De boven- en de onderkant van Malawi

17 februari 2019 - Lilongwe, Malawi

In Kenia hadden we kamikaze kevers en harakiri torren. Hier hebben we wimperklevers. Hele kleine vliegjes die het ontzettend leuk vinden om in je oogharen te gaan zitten. Bijzonder irritant. Maar ja, het is regentijd. Een hoogtepunt in water, een dieptepunt qua gasten.

In oktober bereikten de illegale activiteiten in het bos hun hoogtepunt. De hitte nam toe, het aantal bosbranden ook. Voor november waren er weinig reserveringen. We móeten er even echt tussen uit. Het is moeilijk vervanging te vinden dus we maken de oudste medewerker van de lodge verantwoordelijk. Op hoop van zegen.

Wij gaan het noorden verkennen. Het wordt hoog tijd dat we het veelbesproken Nyika plateau gaan bekijken. Gasten noemen het het Schotland in Malawi. Nu heb ik er niet zo’n behoefte aan om Schotland in Afrika te gaan bekijken, maar een Schotland met zebra’s…ach, toch bijzonder.
We zullen het plateau nooit bereiken. 
Op z’n Afrikaans hebben we niet echt plannen gemaakt en zo komt het dat we op hele andere plaatsen dan verwacht terecht komen.
We waren onlangs een echtpaar tegen gekomen dat vertelde dat ze in november een nieuwe lodge in het Nhkotakota National Park gingen openen. Het woordje “eind” was ons even ontgaan. Begin november komen we bij een lodge in aanbouw. Na gezellig een biertje met de eigenaars te hebben gedronken overnachten we in een nabij gelegen lodge. Daarna bezoeken we degene die ons in april heeft waargenomen en die nu een lodge aan het meer runt. 
Onze trip door het noorden heeft ons veel geleerd. We spraken, uiteraard, met alle managers/eigenaars. Allen hebben bijzondere verhalen. Zo ook onze waarnemer, die meer dan 20 jaar op een eilandje een lodge heeft gehad. Hij betaalde de overheid elk jaar huur. En daar ging het mis. Op een dag zag hij een aanplakbiljet op een boom: de huur van “zijn” lodge werd aanbesteed. Oh zeker, hij mocht meedoen met de aanbesteding. Hoorde hij te laat. Past boem. Alles wat hij in al die tijd heeft opgebouwd. Kwijt. En toch wil hij in Malawi blijven. Niet terug naar Engeland. Zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning is ingediend. 6 jaar geleden.
Na 2 dagen van kletsen en biertjes drinken verlaten we deze mooie plek aan het meer. Op zijn aanraden gaan we naar een andere lodge aan het meer. Die bereiken we na 2 uur over een bij tijd en wijle niet al te beste maar landschappelijk prachtige “weg” gehobbeld te hebben. Gelukkig is de lodge eigenaresse bij ons want er waren minstens 25 richtingbordjes nodig geweest om de weg door het kleine dorp te vinden. Hier is het letterlijk een rondje om de kerk, door achtertuinen (of voortuinen, dat is nooit zo duidelijk), tussen keukens en toiletten door om uiteindelijk in een cassaveveld te stranden. Dit laatste om een mangoboom met erg laaghangende takken te vermijden. Even op de 4x drive en het probleem is opgelost. Later vertelt de lodge eigenaresse dat ze een dag bezig is geweest om die mangoboom te snoeien. De eigenaar daarvan wilde er (natuurlijk) geld voor. En nee, hij was er niet verantwoordelijk voor als de takken een auto van een bezoeker zouden beschadigen. Als een mangoboom nou een hele grote uitzondering zou zijn snap je dit nog een beetje. Maar àls er ergens een boom staat is het in 99 van de 100 gevallen een mangoboom. Mango’s liggen gewoon weg te rotten. En van een paar gesnoeide takken lijdt een mangoboom echt niet. In tegendeel. Afijn, de lodge eigenaresse was weer een dagje leuk bezig geweest. Zijzelf is van Duitse afkomst en zij is 7 jaar geleden begonnen met de bouw van de lodge. Ze heeft er een mooi en fijn plekje van gemaakt, maar dat was lang niet altijd gemakkelijk. Diezelfde weg die door de mangotakken werd geblokkeerd, is ook wel eens gedeeltelijk verbouwd geweest. Iemand vond het kennelijk nodig om er mais en cassave op te planten. Ze heeft eigenhandig alle aanplant er weer uitgehaald (heel netjes, zodat ze weer verplant konden worden). Overbodig te vermelden dat de eigenaar er geld voor wilde hebben. Zij heeft geweigerd te betalen. Want, zegt ze, als ik daaraan ga beginnen blokkeren ze om de haverklap de weg. Zoiets als bij ons betalen voor het blussen van bosbranden: als je daaraan begint hebben ze een manier gevonden om geld te verdienen. We snappen haar helemaal.
Af en toe treedt ze op als mediator. Laatst kwam de vrouw van een van haar nachtwakers bij haar. De nachtwaker had een vriend op bezoek. Samen dronken ze in een bar wat biertjes, op kosten van die vriend. Die op een gegeven moment toch zo iets had van “en nu jij een keer”. Tja, de nachtwaker had geen geld. Maar, zijn vrouw lag thuis in bed, hij mocht haar gerust een bezoekje brengen. Die vriend blij naar dat huis. Nou, die vrouw was dus niet zo blij en heeft vriend èn man het huis uit gegooid. En we hebben het hier over 500 kwacha, nog geen dollar. 
De nachtwaker werkt er niet meer.
Na 2 dagen gaan we verder naar het noorden. Met de Ilala. Een must volgens kenners. De Ilala is een, tja, voor de grote vaart afgekeurde boot die kennelijk wel goed genoeg is voor het soms zeer onstuimige meer van Malawi. Het grootste avontuur bestaat uiteindelijk uit ontzettend veel geduld hebben. in 2019 zijn er verkiezingen en de regering wil scoren. Dat doen ze onder andere door maïs uit te delen waarvan nu grote hoeveelheden worden uitgeladen. Na enkele uren kunnen we dan eindelijk weg. Na een rustig boottochtje van 2 uur komen we bij de volgende lodge. Idyllisch gelegen aan het meer, verborgen in het groen. We worden opgewacht door de managers. Zij een Nederlandse, getrouwd met een Duitse Namibiaan, en hun 2 schattige kinderen. Na verloop van tijd voel ik me figurant in Blue Lagoon, met 2 volwassen kinderen die spelen in het paradijs. De lodge is eigendom van een Brit die hier als 18-jarige tijdens een wereldreis terecht is gekomen. Hij heeft blijkbaar met de chief een deal gemaakt dat hij het land mocht gebruiken in ruil voor werkgelegenheid. Na 18 jaar heeft hij denk ik bedacht dat zijn wereldje wel erg klein is geworden. Hij is, voorlopig, terug naar Engeland. De lodge is slechts per boot of te voet bereikbaar. Dat betekent dat we de volgende dag met de boot mee terug kunnen, een week op de boot moeten wachten of uren door de hitte moeten sjouwen. We kiezen voor het eerste. Dus de volgende dag eenzelfde soort ritueel, maar nu worden hele ladingen vis aan boord gebracht. Het duurt maar een paar uur. Eenmaal terug gaan we via de nog steeds hobbelige maar mooie weg naar Mzuzu, om daar onze trip naar het noorden te vervolgen. Het noorden is zoveel groener dan het zuiden! Hier staan nog normaal uitziende bomen, zonder alle amputaties die in het zuiden zo gewoon zijn. 
We overnachten in een camp aan het meer, eigendom van, jawel, Nederlanders. Je komt ze echt óveral tegen! Ook dit echtpaar zit hier al jaren en hebben alles van de grond af opgebouwd. Het ziet er allemaal mooi en verzorgd uit. 3 ½ jaar geleden is wel veel veranderd. Toen zijn ze overvallen in hun huis, beschoten en bestolen van uiteindelijk een paar kwacha. Hij heeft nog steeds last van zijn schotwond. Oeps.
De volgende dag verlaten we het meer. We gaan richting het Nyika plateau. De weg die ons de hoogte in brengt is zo ongeveer de slechtste weg van Malawi. Wij dachten alles wel gehad te hebben maar deze weg… Het doet ons erg denken aan een autorit op Madagaskar, waar we over de 1e 4 kilometer een uur deden. Toen moesten we er nog 121. Nu maar 20. Eigenlijk went het wel. De grootste zorg is een eventuele lekke band. Alle ellende blijft ons gelukkig bespaard en we komen op weer een prachtige plek met uitzicht op het meer en een waterval. Deze lodge is eigendom van een Belg, die hier ook al 18 jaar zit. En ook hij heeft alles van de grond af opgebouwd. Vrijwel alle lodge managers/-eigenaars zijn begaan met mens en natuur. Zo ook hij. Hij had een soort bezoekers centrum opgezet vlakbij de waterval. Met informatie over de (heilige) grotten achter de waterval en over wat er in de omgeving allemaal te zien is. Hij vroeg een klein bedrag als entree om in het onderhoud e.d. bij te dragen. Het parlementslid dat deze regio vertegenwoordigt kwam daar achter en vond dat hij dat moest doen. Dus vanaf die tijd gebeurt er eigenlijk niets, behalve dat bezoekers nog steeds die kleine bijdrage moeten betalen. 
De lodge eigenaar adviseert ons gewoon te betalen (500 kwacha maar liefst) want de lokale mensen kunnen wel eens onaangenaam doen. En dat doen ze ook. Want een gewaarschuwd mens telt voor 2 dus wij doen lekker moeilijk over het betalen. Ze vinden toch echt dat we een gids nodig hebben anders verdwalen we. En ja, een waterval die je van 2 kilometer afstand kunt zien zal vast moeilijk te vinden zijn. 
We betalen uiteindelijk toch. Aan de verkeerde mensen. Horen we later van de lodge eigenaar. Hilarisch. Wel vragen we hen nog waar het geld voor gebruikt wordt. Oh, voor onderwijs en gezondheidszorg en zo. O ja, gaat het dan niet naar het parlementslid? Grote ogen. Nee, natuurlijk niet. 
Voor 500 kwacha mag je best wel een beetje jennen.
We verlaten deze mooie plek om nòg iets meer in de buurt van het Nyika plateau te komen. Om het plateau echt te bereiken moeten we 125 kilometer omrijden. Er gaat namelijk maar 1 weg naar toe. En wij zitten niet op die weg. 
Dat vinden we teveel, vooral omdat we zo langzaam maar zeker terug moeten naar “onze” lodge. We besluiten te overnachten bij Vwaza Marsh Reserve. Ook weer een hele bijzondere plek. We nemen een “huisje” (wat heet) in een door de overheid beheerd kamp. Dat betekent eigenlijk dat er niets gebeurt. Geen onderhoud, niet echt schoon, geen warm welkom. Alleen een kok, die meegebracht eten kan klaarmaken. 2 zakjes noedels doen het voor ons, geen culinaire fratsen in dit door olifanten geteisterde oord. We kijken uit over een meer, in afwachting van de olifanten. Met een beetje moeite en wat investeringen kun je hier een hele leuke plek van maken. Blijkbaar is het kamp te huur. Voor 5 jaar. Nadat je alles opgeknapt hebt en er misschien eindelijk de vruchten van gaat plukken zegt de overheid “en bedankt voor alle moeite, wij nemen het weer terug”. Of zoiets.
Wij zijn hier op een doordeweekse dag. In het weekend schijnen lokale mensen hier te komen die gewoon in de huisjes overnachten, zonder te betalen. En lekker partyen, tot groot genoegen van andere gasten die voor de rust en de natuur komen. 
In de ochtend, we staan eigenlijk op het punt te vertrekken, worden olifanten gesignaleerd. Ze lopen vlak achter het kamp langs. Toch altijd weer erg leuk. Op veilige afstand dan. Als we uiteindelijk wegrijden rijden we recht op een olifant af. Die begint te trompetteren en met zijn oren te flapperen. Geen goed teken. Ff plankgas en we kunnen er voorbij zonder verdere problemen. 
Onze laatste nacht brengen we bij een andere forest lodge door. Wat een heerlijke plek weer! Midden in de natuur, leuke huisjes, lekker eten (logisch, want de koks zijn op “onze” lodge opgeleid) en heel veel vogeltjes. Ik ben alleen alle namen vergeten.
De lodge is eigendom van een Brits echtpaar, voormalig leraren aan een bekende internationale school in Malawi. Ook strijders voor de natuur. Vlakbij de lodge ligt een stuwmeertje. De dam doet bijna natuurlijk aan. De overheid wilde ook hier bomen gaan oogsten (waar niet?!) en dus ook de bomen op de dam. Het kostte wat moeite maar uiteindelijk zagen ze in dat dat niet zo handig zou zijn. De eigenaar van de lodge is bedreigd. Door houtkopers. Die kwamen op een dag naar de lodge en vroegen aan de bewaker of de eigenaar er was. Die was er wel maar de bewaker bleef beweren dat hij naar Lilongwe was. De eigenaar is oké, de bewaker is helemaal in elkaar geslagen. Over trouw gesproken.
De eigenaar heeft nu een stuk bos geleased. In de hoop wat natuur te kunnen beschermen. 
Dit was onze laatste stop. Op naar “onze” lodge. Waar alles oké is. De oudste medewerker heeft het goed gedaan. Daar zijn we blij om. We hebben verantwoordelijkheid uit handen gegeven en dat is goed opgepakt. Dat betekent dat we met een gerust hart weg kunnen gaan zonder waarnemers in te moeten huren. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt. Die maken wij ook. 

Maar niet met gasten. Want die zijn er nauwelijks. Het is erg rustig in December. Met Kerstavond hebben we een Malawiaans gezin, op 1e kerstdag 2 gasten. Het voordeel is dat we 2 x hetzelfde diner kunnen serveren. Met oud en nieuw hebben we een Nederlands gezin op de camping. Vader, moeder en 3 kinderen. De oudste van 5 (èn 7 maanden) steelt mjn hart. Ze lijkt heel erg op mijn nichtje. Elke dag, ze blijven 3 nachten, komt ze te pas en te onpas binnenvallen. Om iets voorgelezen te krijgen, gewoon om te kletsen, te kleuren of een spelletje Twister te doen (wat mij nèt iets te ver ging). Erg gezellig. Rond 12 uur trekken we samen met hun vader een fles bubbels open. 
Op 1 januari vertrekken ze. Rob is net op weg naar de hoofdstad. Het meisje wil nog wel een paar dagen blijven. Goh, zegt ze, dit jaar gaan we terug naar Nederland. Dan zien we elkaar niet meer. Ik weet niet waarom dit meisje mij zo raakte. En ik haar. Is het haar gelijkenis met mijn nichtje? Omdat ze mij als een oma zag?! (wat natuurlijk een belachelijke gedachte is die ik meteen verwerp)?
Als ze wegrijden hangt het meisje helemaal uit het raam om mij uit te zwaaien. Een moeilijk moment. Ik ervaar weer het nadeel van gasten, namelijk dat ze weggaan.
Nieuwjaarsdag. Alleen. Bijna de hele staf is vrij, op 2 na. Geen leuk begin van een jaar. Na het einde van een bijzonder, moeilijk maar ook weer mooi jaar.

Ook geen leuke start voor de bevolking hier. Een zware tijd breekt aan. Dit is de moeilijkste periode van het jaar. Aan het begin van het regenseizoen zijn de maïs en aardappelen gezaaid en geplant. In maart/april kan geoogst worden. De voorraden zijn op, in de hele omgeving is geen maïs te vinden. Diegenen die nog maïs kunnen verhandelen vragen hoge prijzen. Na de oogst kost 1 kilo maïs rond de 50 kwacha. Nu betaal je 200 kwacha. Voor ons geen geld, voor de lokale mensen onbetaalbaar. De maïs moet daarnaast nog vermalen worden en aangezien de prijzen voor elektriciteit ook 20% hoger zijn is de maïsmolen ook duurder geworden. 
De mensen lijden honger. Stafleden melden (heel dramatisch) dat hun familie gaat sterven. Bezorgd vragen wij af en toe of de familie nog leeft. Geintje natuurlijk, maar de situatie is heel schrijnend. Kinderen gaan zonder eten naar school, hun vrouwen zonder eten naar bed. Ze vertellen hun problemen met een lach, zoals altijd, maar ik zie de ellende, de wanhoop en soms tranen in hun ogen. De staf komt met allerlei fantastische oplossingen voor hun problemen. De oplossingen moeten natuurlijk van ons komen. Denken ze nu echt dat wij maïs uit de hoge hoed kunnen toveren? 
De overheid heeft een organisatie opgezet die moet helpen in deze moeilijke tijden. Het idee is dat deze organisatie maïs opkoopt van de kleine boeren tegen redelijke prijzen en uiteindelijk de maïs tegen redelijke prijzen weer verkoopt. Per persoon mag max 20 kilo gekocht worden. Dat betekent dat een gemiddeld gezin, met laten we zeggen 5 kinderen, een aantal kilometers moet lopen, uren in een rij moet staan en al die kilometers weer terug moet lopen met die 20 kilo op het hoofd. En misschien doen ze hier 2 weken mee. Helaas vliegt deze organisatie ook wel eens uit de bocht. Als er bijvoorbeeld een hele rij kleine boeren voor de deur staat om hun maïs te verkopen en er een grote vrachtwagen per sé voor moet gaan. Eigendom van een met een parlementslid bevriende grote boer.
De afhankelijkheid van maïs is groot, te groot. Daarom verbouwt iedereen maïs. Het regent heel erg veel. De kans bestaat dat de oogst niet goed zal zijn. 
Naast eten is er ook geen geld. Dagelijks komen mensen om werk vragen: “hunger, no food at home, my family is suffering”. 
Kan deze ellende voorkomen worden?
Zodra er geoogst kan worden gaat iedereen alles verkopen. Ze hebben dan heel dringend geld nodig. Dus de maïs gaat tegen hele lage prijzen weg. Om in het regenseizoen hoge prijzen te moeten betalen voor misschien wel hun eigen maïs. Vraag en aanbod. Marktwerking in optima forma. 
Wij proberen de staf er van te overtuigen dat ze met het juiste gebruik van water, dat altijd aanwezig is dankzij het bos, en toepassing van eigengemaakte mest (die veel goedkoper en waarschijnlijk beter is dan kunstmest) meerdere malen per jaar kunnen oogsten.  Daarom zijn we met een mini-project begonnen: we verbouwen een klein beetje maïs en voegen eigengemaakte mest toe. Om te laten zien dat je met weinig middelen toch veel kunt bereiken. Naast lodge managers, bos beschermers en welzijnswerkers zijn we hard op weg professionele boeren te worden! 
We hebben alleen niet gerekend op apen. Die vreten alle maïs op. En het ging zo goed!

Behalve aan de maïs komt er ook een eind aan ons verblijf hier. We hebben een tijd geleden aan de eigenaars aangegeven dat we het contract niet verlengen. 2 jaar is genoeg. Tijd voor iets anders! Op naar een nieuw avontuur.

Maar waar?

Foto’s

11 Reacties

  1. Anneke:
    17 februari 2019
    Om met het laatste te beginnen: in Nederland? Ik blijf jullie missen bij WOC.... Wat een mooi en zo vlot en goed geschreven verhaal. We kunnen ons goed verbeelden hoe het daar met jullie gaat. Dikke knuffels Anneke en de groeten van Jan
  2. Linda:
    17 februari 2019
    Jeetje jongens, echt? Eindigt het hier? Ik heb het op mijn lijstje “te bezoeken” staan! Mooi geschreven weer. Heel benieuwd waar jullie terecht komen. Xl
  3. Peter van nieuwkoop:
    17 februari 2019
    Jullie hebben hoe dan ook een heel bijzondere en levensverrijkende ervaring gehad! Bedankt dat jullie je wederwaardigheden hebt willen delen. En hopelijk zien we jullie weer een tijdje in Nederland voordat jullie - wellicht - opnieuw de wereld intrekken...
  4. Angèle Lok:
    17 februari 2019
    Altijd weer spannend om jullie verhaal te lezen!
    Je kan in ieder geval terugkijken op hele bijzondere ervaringen.
    Niet altijd even makkelijk, ben benieuwd wat het volgende traject zal zijn.
    Wellicht weer eens terug naar Nederland? Zou het leuk vinden elkaar
    ook weer eens te ontmoeten.
    Alle liefs en dikke knuf van mij.
  5. Cor Dirkx:
    17 februari 2019
    Jullie hele verhaal weer met plezier maar ook met verbazing gelezen!
    Je hebt intussen wel een nieuw stuk van het grote land gezien. Prachtig toch? Maar toch ook geen tweede mooie lodge gevonden om te gaan huizen! Nee, jullie komen stilaan weer deze kant op!? Maar of Nederland het voor jullie gaat invullen....???? We wachten af! Groetjes. Cor
  6. Corine Lach de Bère:
    17 februari 2019
    Weer met een glimlach jullie avontuur gelezen. Wie had dit ooit kunnen denken dat jullie nog eens echte avonturiers zouden worden. De ervaringen in het verre Afrika neemt niemand jullie meer af waar jullie ook terecht gaan komen. Ik ben erg benieuwd naar het vervolg. Succes!!
  7. Janneke:
    18 februari 2019
    😘💪
  8. Gudule:
    26 februari 2019
    Aiaiai .... voorlopig dus geen prachtige verhalen totdat jullie aan een nieuw avontuur beginnen?!! Dat is pech hebben voor ons! Ik ben altijd ‘mee’ op avontuur wanneer ik je relaas lees, Irene ... je schrijft ZO leuk! Ik ben heel benieuwd wat jullie gaan doen en wanneer ! Hou ons wel op de hoogte hoor !!!!
  9. Francine en Piet de Bont:
    3 maart 2019
    Met veel interesse hebben we jullie mooie, uitgebreide verslag gelezen. Fijn dat jullie genoten hebben van de hard nodige vakantiedagen. Jullie taak in Malawi is zeker veelomvattend en we hebben er bewondering voor dat jullie het twee jaar hebben volgehouden. Succes verder en hartelijke groeten
  10. IRENE BEKKERS:
    22 maart 2019
    Dank jullie allemaal voor de reacties en vooral de belangstelling! Het is echter nog niet afgelopen. Een nieuw avontuur dient zich aan. Details volgen, maar we kunnen alvast wel zeggen dat het niet in Nederland is.
    Gudule, we gaan gewoon door!
    Linda, kom gerust langs!
  11. Carly Holst-Mekel:
    24 maart 2019
    Ja, met plezier heb ik me weer verdiept in jullie belevenissen.Ben benieuwd of ik jullie nog wel eens in Nederland zal zien. Alle goeds bij het zoeken naar een nieuwe taak en alle succes gewenst! Lieve groet, tante Carly