Deel 2 Bye bye Zambia!

29 augustus 2019 - Dar es Salaam, Tanzania

Het leven met de wilde dieren begint te wennen. Het is eigenlijk een heel fascinerend leven. De rivier valt langzaam maar zeker droog. In het begin zagen we wat nijlpaarden en krokodillen. Maar inmiddels hebben ook buffels, zebra’s en giraffes de weg naar de rivier gevonden. Vanuit mijn kantoor bestudeer ik hun gedrag. Wat zo menselijk kan zijn! Of is ons gedrag dierlijk? Ik zie ze spelen, slapen, knuffelen, stoeien, eten, jagen, vluchten. Ik zie olifanten moeizaam de steile oever van de rivier beklimmen. Het was een beetje ver om het goed te kunnen zien maar het leek er sterk op dat olifanten elkaar met de slurf omhoog hielpen. Vanuit mijn linker raam in het kantoor zag ik een groep olifanten met een paar kleintjes. Zij zochten duidelijk een manier om naar boven te komen. Mama olifant stond al op de kant. Dus dachten de kleintjes “als mama daar is ga ik lekker ergens anders heen”. De kleintjes bleven heerlijk spelen en badderen. Totdat mama er genoeg van had en ze sommeerde om NU het water uit te komen.
Nijlpaarden hebben een variant op tong uitsteken. Zo van “oké, ik kan niet van jou winnen. Ik draai me om en laat nog even een scheet (of erger) in jouw gezicht. Lekker puh”.
Zelfs bavianen kunnen ontzettend vertederend zijn. Langs de weg zat een moeder-baviaan met het lijkje van haar baby in haar armen. Ze slingerde haar baby rond terwijl ze wild om zich heen sloeg. Het leek er op alsof ze het lijkje verdedigde tegen andere bavianen. Zouden die het lijkje op willen eten? Ik zal het nooit weten maar het was erg aangrijpend.
En soms zijn bavianen gevaarlijk. Ik liep laatst met een zakje chips rond. Er zat een baviaan in een boom aan iets te knabbelen. Hij zag mij lopen en besloot dat ik iets beters had om te knabbelen. Voordat ik het wist werd ik achterna gezeten door de baviaan. Het moet echt niet gekker worden! Na een olifant in Kasungu National Park, een giraf in Kenya, een koe in Malawi (die met een kalfje illegaal in het bos aan het grazen was) was het dus nu een baviaan. Ik heb gauw wat chips op de grond gegooid wat mij net genoeg tijd gaf om de rest van de chips op te eten. Mijn zakje chips is nog nooit zo snel leeg geweest!

Zaterdagavond 1 juni. Eind van de middag komt er een berichtje van Rob binnen. Hij heeft een ongeluk gehad in de bush. Blijkbaar verloor hij de macht over het stuur, heeft toen een boomstronk geraakt en is de auto gekanteld. Het gaat goed zegt hij, maak je niet ongerust. Ja. Natuurlijk. Mijn man is alleen in de bush met een gecrashte auto, het wordt donker en ik hoef me geen zorgen te maken. Gaat niet werken dus.
Ik zie Rob een uur later in de kliniek. Hij is gebracht door personeel van een ander camp. Wat een geluk dat die in de buurt waren! De kin van Rob wordt gehecht. Op wat schrammen en blauwe plekken na mankeert hij verder niets. Verhalen gaan de ronde. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Te hard gereden? Overstekende olifanten? Overstekende boomstronken? Iets gedronken? Een ondeugdelijke auto (Rob moest altijd het portier vasthouden omdat het niet goed sloot)? We zullen het nooit weten. Feit is wel dat wij weer eens zonder vervoer zitten en als kleine kinderen worden gestraft. Want we mogen geen auto meer rijden. Ik was niet eens in de buurt! Ik rijd zo langzaam dat ik bijna omval. Dat gevoel dat je krijgt als je op de fiets probeert te blijven zitten zonder vaart.
In zekere zin is het een opluchting dat Rob niet meer rijdt. Hij ging vaak alleen naar het nieuwe camp en Rob kennende denkt hij na 1 keer dat het wel gesneden koek is.

Met de staf gaat het steeds beter. Net als in Kenya en Malawi was ook hier het begin moeilijk. Wij moesten, om in natuurtaal te spreken, ons territorium afbakenen. Wat betekende dat de staf een deel van hun territorium kwijt raakte. Maar nu ze merken dat we ook iets voor hen kunnen betekenen en hen iets kunnen leren is hun houding veranderd. Enigszins.
Nog steeds is het werken binnen het strakke systeem moeilijk voor ons. Managen is voor mij dat je verantwoording aflegt over je doen en laten. Niet dat steeds verteld wordt wat je moet doen en laten.

Het nieuwe camp schiet niet echt op. Materialen, geld, zelfs personeel komt uit Malawi. Het is altijd afwachten wat er komt. Of niet komt. Gelukkig hebben we nu bijna dagelijks gasten. En dus eten. Ik denk dat we afgelopen weken, zeg maar vanaf half mei, 15 x kip curry, 15 x spaghetti bolognese en 15 x beef stew op hebben. Af en toe gaan we, als er geen gasten zijn, een hamburger met friet of een pizza scoren bij de buren. Voor de broodnodige afwisseling. Het smaakt allemaal best wel. Daar gaat het niet om. Maar de eentonigheid. Ook gasten die eerder geweest zijn vragen in welke volgorde het eten komt. Ik eet steeds minder. Rob is kilo’s afgevallen.

Eén week na zijn ongeluk voelt Rob zich niet lekker. De test wijst het uit: malaria! Na 2,5 jaar Afrika krijgt malaria ons dan toch te pakken. In de kliniek wordt medicatie voorgeschreven. Helaas niet op de juiste manier, zoals later blijkt.
Maar wat een k---ziekte! Rob ligt ’s nachts zo hard te rillen dat het hele bed schudt. Niet normaal! Het beddengoed is drijf- en drijfnat. Terwijl hij heel koud aanvoelt. Elke nacht moeten we wakker worden voor de medicijnen. Overdag slaapt Rob alleen maar. De medicijnen lijken aan te slaan en na een aantal dagen gaat het wat beter met hem. Echt opknappen doet hij echter niet. Nog geen 2 weken later krijg ik weer een bericht van Rob. Hij was naar het nieuwe kamp gegaan, voelde zich helemaal niet lekker en is naar de kliniek gebracht. ++ malaria en meer dan 40◦ koorts. De valley doctor (elke 3 maanden komt een buitenlandse arts als vrijwilliger in de kliniek werken) maakt zich veel zorgen. Diezelfde middag komt ze nog langs om Rob te checken. Die inmiddels aan de quinine zit. Ook lekker spul trouwens. Slechthorendheid en een lekke blaas zijn de leuke bijkomstigheden. Rob drinkt heel veel water met suiker en zout. En sapjes. En ik heb hem nog nooit zo veel en zo vaak cola zien drinken! Volgens de dokter is dit belangrijker dan eten. Ff geen spaghetti bolognese, rijst met kip curry, rijst met beef stew, spaghetti….ik word bijna jaloers op hem.

Ik schrijf ook steeds minder. Het is zo leuk om anekdotes te vertellen maar die zijn er bijna niet. We leven geïsoleerd ondanks dat het dorp vlakbij is. Ernaartoe lopen gaat niet, tenzij je dol bent op ontmoetingen met olifanten of leeuwen. Ik vind het in de auto al spannend, laat staan te voet. Geen denken aan. Maar dat betekent wel dat onze bewegingsvrijheid heel beperkt is.
Kiboko huurt een deel van een ander camp waar de 10 gastententen, onze tent en ons kantoor staan. Er is een dining area en een simpele keuken die ik het liefst meteen zou willen sluiten. In die keuken staat stokoude apparatuur. De koelkast sluit slecht waardoor mieren vrij toegang hebben. Als je je boterham smeert zitten er meer vliegen op dan beleg. De oven is een kwestie van tijd voordat daar een ongeluk mee gebeurt. Wat uiteindelijk ook het geval is! Op een gegeven moment zit ik op de toilet, zo’n 100 meter van de keuken vandaan, en hoor een knal terwijl ik de toiletpot even voel bewegen. De 1e gedachten gaan uiteraard naar een aardschok uit. Even later blijkt dat de oven is ontploft. De keuken ligt vol glas. De kok staat verbouwereerd te kijken, zich afvragend hoe hij dit heeft kunnen overleven. Niemand is zelfs maar licht gewond geraakt, wat een wonder is. Maar wat een fantastische timing! Morgen komt een grote groep. Gelukkig wordt er meteen een andere oven meegestuurd. Waarvan de ovendeur weliswaar met een ijzerdraad vastgebonden moet worden maar er kan in ieder geval weer gekookt en gebakken worden.

Ondertussen wordt het kamp opgesplitst. De verhuizing naar het nieuwe kamp duurt te lang. De verhuurder van het terrein wil uitbreiden. 5 tenten verhuizen naar de campsite, een kleine 200 meter van de oude plek. De verhuurder wil het liefst alle tenten naar de campsite hebben. Logisch, maar onze tent moet maar buiten het terrein gaan staan. Onze “baas” vindt het een goed idee. Wij niet! Het gaat precies om een plek waar olifanten komen drinken en nijlpaarden uit het water komen. Volgens mij komen we dan de tent niet meer uit. Dus wij blijven op onze oude plek.  Gasten zijn verrast als ze aankomen. Op de oude plek sta je aan de rivier, op de campsite niet. We hebben wat verwachtingen bij te stellen.

Donderdag 6 augustus. De eigenaar wil met ons praten.  Er moet een werkvergunning worden aangevraagd maar de samenwerking is niet goed genoeg om met elkaar door te gaan. 
Bedankt voor jullie inzet. We maken een plan. Zegt hij. Als er iets is wat hij niet kan is het plannen maken. Rob vraagt al maanden om een plan voor het nieuwe camp. Het is er gewoon niet. De hele valley lacht om het project. Het zou in 6 tot 9 maanden klaar moeten zijn. Het duurt nu al meer dan 3 jaar. Ingehuurde vakmensen zitten soms dagen te wachten op materiaal om verder te kunnen gaan. Eerlijk gezegd zag ik het niet zo zitten om dat nieuwe camp te gaan managen. Maar het is jammer dat we niet de kans krijgen om dat te ondervinden. Na bijna 4 maanden afzien in een klein k…tentje.

In de laatste week moeten nogal wat mensen contant afrekenen bij ons. We hebben een aardig bedrag in dollars. Aangezien de eigenaar niet met een plan komt, geheel volgens verwachting, doen wij een voorstel.  Eén van de voorwaarden van ons destijds was dat de helft van ons vliegticket naar Nederland vergoed moest worden. Dat hadden we namelijk al en hebben we laten schieten om naar Zambia te gaan. Wij stellen voor om de dollars die er zijn aan ons te geven en dan zijn we over en weer klaar. 12 augustus moeten we Zambia uit zijn vanwege onze visa. We hebben besloten om eerst nog wat rond te reizen alvorens naar Nederland te gaan. Nu we hier toch zijn.
Ons voorstel is heel redelijk. We hadden veel meer kunnen eisen. Onze 3 maanden proeftijd zijn al voorbij. Dat een werkvergunning duur is en tijd kost was allang bekend. Natuurlijk zijn we heel pissig. Vermoedelijk was het nooit de bedoeling om ons voor langere tijd aan te stellen. Zeker nu het met het nieuwe camp niet opschiet. Nog even en het regenseizoen staat voor de deur. En dan is het camp onbereikbaar. En waarschijnlijk ook onbruikbaar omdat het onder water komt te staan. Of gasten moeten met een bootje van en naar hun onderkomen worden gebracht. Dat zou kunnen.
We hebben steeds gevraagd naar de ervaringen van vorige managers. Er zijn er al zóveel geweest en wij wilden weten waarom. Met alle verhalen die we inmiddels gehoord hebben en onze eigen ervaring hebben we nu het antwoord. Volgens de eigenaar was het altijd de bedoeling dat die managers kort bleven. Ja, zíjn bedoeling. Niet die van de managers. Die kwamen allemaal om het nieuwe camp te managen. Zij zijn gebruikt. Net als wij.

De dollars moeten we terugsturen. Donderdag 8 augustus komt de ops manager die alles met ons gaat regelen. Die komt met het plan. Wij zijn benieuwd.
Een week geleden heeft de eigenaar onze fee betaald. Hij hield de dollarbiljetten angstvallig vast. En telde, zodat Rob wel mee kon tellen maar de biljetten niet in handen kreeg. Na het tellen werden ze opgerold. Oké, zegt hij, zoals je ziet klopt het. En geeft het rolletje aan Rob. Die al had gezien dat er oude biljetten tussen zitten. Later blijkt dat voor een paar honderd dollar te zijn. Wat is dit voor een k..streek?! Wij weten dat in Afrika biljetten ouder dan 10 jaar niet gebruikt kunnen worden. Van 2006 gaat misschien nog wel. Niet van 2004 of zelfs 1996!
Gelukkig krijgen we een behoorlijk bedrag van gasten voor extra gamedrives of last minute overnachtingen. We ruilen alle oude biljetten om. En dan begint het gezeik over het terugsturen. En wij weten waarom. Uiteindelijk stuur ik alles terug met één van de volgende trips. Het laatste dat ik wil is als dieven bekend komen te staan, want het is ons inmiddels zeer duidelijk dat verhalen hier makkelijk de wereld in komen.
En wat is het plan van de eigenaar? Behalve 1 dag voor ons vertrek een berichtje sturen met de kosten van de gecrashte auto? 2 dagen later krijgen we precies het bedrag dat wij voorgesteld hebben. Alleen…weer oude biljetten. Het is zo sneu. De eigenaar is net in Nederland geweest. Hij had ze zelf kunnen inwisselen. Of het ons op z’n minst netjes vragen. Uiteraard moeten de dollars buiten het formele circuit blijven, maar is dit een manier om met mensen, met medewerkers om te gaan? Echt te sneu voor woorden. Gelukkig kunnen we het biljet van 1996 nog omwisselen. Vrijdag pakken we om half vier ’s ochtends de bus naar Lusaka. De ops manager brengt ons weg. Hij laat een berichtje van de eigenaar zien: “als ze dat biljet van 1996 niet terugnemen dan mag je ze niet naar de bushalte brengen!” De ops manager snapt er niets van. Hij begrijpt integriteit gelukkig wel en brengt ons in alle vroegte weg.
Met dit soort idiote acties gaan wij niet bepaald met spijt in ons hart weg. Lang blijven we erover nadenken en napraten. Wat bezielt iemand om zo te handelen? Hoe kun je een bedrijf runnen, nota bene in gastvrijheid, waar medewerkers niet meetellen? Gasten ook niet trouwens. We hebben vele discussies gehad over misverstanden in betalingen en boekingen van gasten. Volgens de eigenaar zijn de systemen perfect. Letterlijk: “als gasten zeggen dat ze al betaald hebben liegen ze. Altijd!”.
Ik kan nog wel even doorgaan maar doe dat niet. Uiteindelijk gaat iemand die niets geeft om mensen maar alleen om geld wel een keer op zijn bek. Hopen we. Natuurlijk niet voor de staf, die het heel jammer vindt dat we weggaan. Vermoedelijk dienen zij hun contract uit en zoeken dan iets anders. In het begin waren wij er trots op dat we voor Kiboko gingen werken. Hoe kun je je vergissen!

Dus we hebben een vroege busrit naar Lusaka. Vroeg en lang. En weer lopen we met 60 kilo bagage te slepen! Niet handig als je reist met openbaar vervoer. Na weer een lange busrit komen we in Livingstone. 60 kilo taxi in. Bij de grens van Zambia de taxi weer uit. Over de grens hup, de 60 kilo weer een taxi in. Bij de grens van Zimbabwe weer alles er uit. En dan in Zimbabwe weer een taxi in naar…een hotel dat niet bestaat?! Huh, we hebben al voor 3 nachten betaald. Volgens de taxichauffeurs is het alleen maar een weg met industrie. Geen hotel. Gelukkig kent uiteindelijk iemand het hotel en brengt ons daar naar toe.

Na bijna 25 jaar zijn we terug in Vic Falls! Maar wat is het veranderd! De hele dag door hoor je helikopters boven de waterval vliegen. De Ilala Lodge en het Victoria Falls Hotel zijn enorm uitgebreid. Er rijden hele goede bussen, taxi’s en auto’s rond. Straten zijn prima, er zijn volop activiteiten te doen, het is één grote toeristische attractie. 25 jaar geleden liepen Rob en ik vanuit Ilala Lodge zo het park in naar de watervallen. Nu is alles afgezet met een hek. De watervallen zijn alleen vanuit het park te zien, waar entree voor moet worden betaald. En het is er druk!
Hoezo heeft Zimbabwe het moeilijk?
Het is allemaal schijn. Sommige winkels accepteren geen dollars. We proberen dollars in te wisselen voor Zimbabwaans geld. Onmogelijk! Behalve op de zwarte markt. Zimbabwanen kunnen nauwelijks aan dollars komen. Het doet ons denken aan Cuba, waar we ook met 2 geldeconomieën te maken hadden. Oh, wel worden ons overal oude biljetten te koop aangeboden. Briefjes van 20, of 50 biljoen. Fijn dat ze wat nullen hebben laten vervallen!
Wat het ook een beetje moeilijk maakt is dat we hier in een vakantieperiode zitten. Precies tijdens enkele nationale vrije dagen besluiten wij naar Vic Falls te gaan! We vonden het al zo raar dat er zo weinig accommodaties beschikbaar waren. Nu weten we waarom.
De banken zijn een paar dagen dicht. Precies dus de dagen dat wij hier zitten. Echt een hele briljante planning!
In ons hotel is een groep schoolkinderen aangekomen. We vragen aan een medewerker wat die de hele dag doen. Hier rondhangen, zegt hij, relaxen. Hoezo, gaan ze niet op z’n minst naar de watervallen? Nee, te duur. Toeristen betalen 30$, Zimbabwanen 7$. Voor ons is dat geen geld, maar Zimbabwanen kunnen niet eens aan dollars komen.
Na wat rondlummelen en herinneringen ophalen kopen we treinkaartjes naar Bulawayo. Die trein is nog geen steek veranderd in 25 jaar! Ons 2-persoons compartiment is wat krap, vooral voor onze bagage. Maar voor de rest gaat het eigenlijk wel. Hij komt een paar uur later aan dan gepland.
Om 4 uur hebben we de bus naar Johannesburg gereserveerd. Dachten we. Niet dus. En o jee, die is al volgeboekt. Ook bij een andere maatschappij. We zitten echt niet te wachten op een overnachting in Bulawayo. Maar als het niet anders kan…
Gelukkig heeft gedram soms best wel zin en helpt de baliemedewerker ons aan andere tickets en hij brengt ons ook nog eens voor niets naar de bushalte toe. Prinsheerlijk gezeteld vertrekken we. Een uur te laat. En dan de grensovergang. ’s Avonds rond een uur of 11. Zimbabwe uit. Oké. Behalve dat onze bagage er ook uit moet en we met die 60 k..kilo een eind moeten rondzeulen! Oké, Zuid-Afrika in. Tientallen trucks en bussen zijn ons voor. Het ziet overal, letterlijk, zwart van de mensen. We worden eruit gelaten en naar een apart gebouw gestuurd. We worden weer teruggestuurd. Alles wordt in Shona uitgelegd dus wij volgen maar braaf de andere buspassagiers. Die verder ook geen idee hebben. Uiteindelijk worden de groepen per busmaatschappij geholpen. We wachten tot iedereen weer in de bus zit, rijden 50 meter en hup, we moeten er weer uit. De bagage moet nog gecontroleerd worden. Nee hè! Kunnen Zimbabwe en Zuid-Afrika niet een beetje samenwerken in deze? Gelukkig worden we nu geholpen door een paar medepassagiers. We hoeven niet ver. De controle duurt niet lang.
De bus weet niet waar te stoppen om ons in te laten stappen waardoor we steeds naar een andere plek moeten lopen. Het lijkt wel een slapstick. Om gek van te worden! Dit is een soort Kiboko-plan: het gaat alle kanten op, je weet niet waar en wanneer het eindigt en het kan ook nog eens elk moment veranderen.
We gaan NOOIT meer met de bus een grens over! Zeker niet met zoveel bagage.
Dus… we gaan een auto huren in Zuid-Afrika. Best raar, om na al die tijd weer eens op een snelweg te rijden.
Onze volgende bestemming is Swaziland. Eindelijk ga ik mijn Afrikaanse familie ontmoeten! Een broer van mijn vader is lang geleden naar Zuid-Afrika geëmigreerd. Hij is daar getrouwd met ene Irene. Ik heb dus altijd een zwarte tante Irene Bekkers gehad! Omdat toen een gemengd huwelijk not done was zijn mijn oom en tante naar Swaziland verhuisd.. Ik heb mijn vader verschillende keren voorgesteld om samen zijn broer en schoonzus te gaan bezoeken maar het is er nooit van gekomen. Ze zijn inmiddels beiden overleden.
We logeren bij een van mijn nichten. In een prachtig huis! Ze kan zich enorm opwinden over mensen die denken dat alle Afrikanen in een hutje wonen met leeuwen voor de deur. Nou, dit is alles behalve een hutje! Grote kamers met een eigen badkamer, Mercedessen en Prado voor de deur, zwembad in de (grote) tuin, huishoudster en tuinman. Wauw!
We hebben een paar heerlijke dagen. Steeds meer familie komt opdagen. Nieuwsgierig naar die “andere” Irene Bekkers. Op zondag hebben we een braai in een nationaal park. Lekker Afrikaans. Drank mee, een partij vlees waar je u tegen zegt, nog meer familie en gewoon gezellig samenzijn. We blijven 4 dagen en gaan dan, met een beetje pijn in ons hart, door naar Mozambique. Bij de grens wordt ons gevraagd waar wij in Mozambique verblijven. We hebben 1 overnachting geboekt en verder weten we het nog niet. Of we de bevestiging op papier hebben. Nee, natuurlijk niet! Waarom iets uitprinten als het digitaal beschikbaar is?! Tja, we hebben toch echt een papieren versie nodig. Nee, hier kun je niets uitprinten maar in Mozambique wel! Dus we lopen de grens over om 200 rand te betalen voor een document dat we blijkbaar nodig hebben om de grens over te komen! Onzinnig en hilarisch tegelijkertijd. Afijn, even later worden onze visa uitgeprint. Dan moeten we de auto regelen. Een man helpt ons het formulier in te vullen. Fijn. Hij zegt een official te zijn maar dat blijkt nergens uit. Stempeltje op het formulier en we zijn klaar. De man loopt mee naar buiten. En houdt zijn hand op. Een kleinigheidje vraagt hij. Waarom? Je bent toch official en hebt dus toch een salaris? Grapjurk! We laten hem gewoon staan. Gauw weg hier.
We gaan naar een lodge aan het strand, net boven Maputo. Waar het verkeer verschrikkelijk is. Overgehouden van de Portugese overheersing denken wij. Want in Portugal rijden ze net zo beroerd als hier. Na 10 hartverzakkingen en 10 kilometer zand komen we bij de lodge. De kok schrijft ons in. De kok brengt ons naar de kamer. De kok verzorgt het diner en de kok bedient ons. 5 man hangen voor de tv, ongeveer naast onze eettafel. Wat is dit voor een tent?!
We lopen even naar het strand waar we meteen wegwaaien. Echt veel strand is het trouwens niet.
Typisch een geval van een verkeerde keuze. De volgende dag rekenen we af. Bij de kok. Arme man!

De volgende lodge, vlakbij Limpopo National Park doet het beter. Daar blijven we dan ook 2 dagen. Om dan Mozambique weer te verlaten. Via het Limpopo NP. 80 kilometer dirt road. 80 kilometer bosjes. We zien een eekhoorn, 3 zebra’s en een hertje. We steken de grens over, het Kruger Park in. Mozambique uit gaat een stuk gemakkelijker dan erin. Het Kruger Park. Wereldberoemd. We zijn benieuwd. En verwachten eigenlijk niets. Mensen vertelden ons dat als je South Luangwa NP hebt gezien, het Kruger Park echt niets toevoegt. Behalve een magische naam en heel veel auto’s. Het is erg droog in het park. Er zijn waterdrinkplaatsen aangelegd waar we redelijk wat dieren zien. Rob stopt alleen nog maar voor leeuwen en neushoorns. En vogels, op mijn verzoek. No more elephants!
We hebben kaartjes om door het park te rijden. Wil je er overnachten dan betaal je veel meer. Het is leuk en genoeg voor ons om er doorheen te rijden. Even Kruger Park proeven.
We leveren de auto in want we hebben een vlucht naar Tanzania geboekt. Toen we min of meer halsoverkop Zambia moesten verlaten hadden we geen plannen. Behalve wat rondreizen en naar huis. Nu hebben we 2 serieuze sollicitaties lopen. In Tanzania. Eén van de lodges heeft ons een paar dagen gratis verblijf aangeboden. Dus we kopen dure vliegtickets. Bij Rwandair. Nooit van gehoord. Spannend. Wat een vlucht van ruim 3 uur had kunnen zijn wordt 11 uur. Wat rechtstreeks had gekund gaat nu met 2 tussenlandingen. Dankzij die k…bagage!

We hebben een paar heerlijke dagen aan het strand. Spreken de eigenaar van het resort waar ze nieuwe managers zoeken. Ondertussen ligt er een concreet aanbod van een andere baan. Wat doen we? Een druk strandresort met meer dan 50 man personeel, onder de rook van Dar-es-Salaam? Of een meer upstanding lodge met ruim 20 man personeel, afgelegen van alles maar dichtbij een wildpark en ook aan het strand?
Vandaag, 29 augustus, vliegen we naar huis.

Maar we weten nu al dat we sowieso terug naar Tanzania gaan! Op naar een nieuw avontuur!

Foto’s

18 Reacties

  1. Anneke:
    29 augustus 2019
    Lieve Irene en Rob
    Wat een verslag weer! Wat heftig allemaal! Hoe is het nu met de gezondheid van Rob? Ik hoop dat jullie veilig thuiskomen en hoop jullie snel te zien!
    Lieve groet Anneke en Jan

    PS di 10 sept is de vriendinnendag......
  2. Linda:
    29 augustus 2019
    Mensen, mensen, mensen. Wat een Afrika-ervaring! Opportunistische dieven, zei de eigenaresse van een lodge in Livingstone over haar landgenoten, refererend aan het hand ophouden. Als je niets geeft is het ook goed, maar we blijven proberen.
    Dapper dat jullie weer terug gaan. Benieuwd naar de volgende avonturen. Maar voor nu zou ik zeggen, aansterken en weer even bijkomen! 😘
  3. IRENE BEKKERS:
    29 augustus 2019
    Hoi Anneke,

    10 september...ik ga het proberen.
    Rob is weer helemaal oké. Duurde gewoon ff wat lang.
    Lieve groet terug!
  4. IRENE BEKKERS:
    29 augustus 2019
    Hoi Linda,

    Dat maakt het allemaal zo boeiend!
    Kom je ons opzoeken in Tanzania? Goed fietsweer :)
  5. Heleen vlaar:
    29 augustus 2019
    Pfffff wat een verhalen weer, ik doe het jullie niet na, wel heel bijzonder hoor wat jullie levensbestemming is, even het (normale) leven weer proeven!!!!!
  6. Dorothe:
    29 augustus 2019
    Hoezo niets te schrijven ! Hopp jullie snel in Nederland weer te zien 😘
  7. Micky de Beurs-Wijngaarden:
    29 augustus 2019
    Leuk om weer jullie verhalen te lezen. Spannend hoor. Ik Nederland weer bijtanken en hop weer terug. Liefs Micky
  8. Cor Dirkx:
    29 augustus 2019
    Wat een verhaal!!! Je gaat dus weer verder in Tanzania!? En kom je tussendoor nog naar Nederland? En al heel snel!? Ik hoor het wel. Intussen veel groetjes uit Drunen. Fijn dat Rob weer is opgeknapt!!!!!
  9. Tim van der Linden:
    29 augustus 2019
    Beste Rob en Irene,

    Jammer dat jullie de laatste week als vervelend hebben ervaren, binnen hetzelfde bedrijf herken ik die situaties gelukkig niet. Ik weet zeker dat jullie in ieder geval weer wel een prachtig/speciaal hoofdstuk kunnen toevoegen aan jullie avontuur.

    Het gaat jullie goed en wie weet tot ziens.
  10. Paula Kipping:
    29 augustus 2019
    Jeetje wat een verhaal weer en wat een belevenissen , mocht je een logeer adres zoeken , plek zat 😉 zou leuk zijn om jullie even te zien , wij zijn er alleen even tussenuit van 7 tot 14 september , met het hele gezin plus aanhang in zuidfrankrijk , je zou die week hier kunnen bivakkeren ( onze auto blijft ook voor de deur ) , laat maar iets weten in een priveberichtje . Groetjes Paula en Hans
  11. Marida Kockx:
    29 augustus 2019
    Yoho, wat een avonturen! Fijn weer te lezen hoe het met jullie vergaat in alle details. Hopelijk gaat alles goed! Geen bij effecten van Malaria.... ennuh, mocht je de behoefte hebben om in Nederland nog naar “ familie” te willen laat het maar weten! Ookal weet ik dat dit veel mensen zullen aanbieden.
    Groetjes van Marida
  12. Carly Holst-Mekel:
    29 augustus 2019
    Enerverend hoor al die belevenissen.Ik wens jullie een beter vervolg en geniet van Nederland (of is jullie dat te strak?) Veel liefs t.Carly
  13. Gudule:
    30 augustus 2019
    Tjeetje, wat een belevenissen toch weer ! Je kunt ze heel mooi, goed en leuk verwoorden Irene maar in werkelijkheid zal het af en toe wel teveel van het goeie zijn. Enfin, nu zitten jullie in NL begrijp ik .. lekker bijkomen! En dan naar Tanzania .. wanneer gaat dat gebeuren? Ik kijk NU al uit naar het volgende reisverslag ... !
    Veel groeten!
  14. Inge Brinksma:
    31 augustus 2019
    Holymoly.....
    Wat fijn dat jullie weer (even) hier zijn!!!
    Liefs, Inge
  15. Ger Knuvers:
    31 augustus 2019
    Het is weer een heel verhaal geworden. Ik kan zo meeleven wat jullie allemaal hebben meegemaakt. Weer om nooit te vergeten denk ik. Hoe is het met Rob? Goed uit zijn malaria gekomen en alles weer bij het oude qua gezondheid? Verder natuurlijk veel geluk met jullie toekomstige avonturen
  16. Diana:
    4 september 2019
    Tjeetje wat n verhalen weer.
    Gezellig om je binnenkort te zien!!
    Liefs Diana
  17. Judy Lohman:
    5 september 2019
    Beste Rob en Irene,
    We hebben bewondering voor jullie doorzettingsvermogen en avontuurlijke inslag. Wat jullie meemaken is genoeg om een boek over te schrijven, maar dat doe jij, Irene, eigenlijk ook. Het leest als een thriller. Wanneer komt de ontknoping..?

    We wensen jullie in ieder geval veel geluk en gezondheid toe. Hopelijk blijft het bij 1 keer malaria, geen pretje zo te lezen. Sterkte voor Rob als hij nog restverschijnselen heeft.

    Nogmaals veel voorspoed daar, liefs van ons, Judy
  18. Corine Lach de Bère:
    24 september 2019
    Jeetje wat een bizarre avonturen weer! Het land moet toch wel iets magische h hebben dat jullie teruggaan. Jouwe verhalen lezen lekker weg en vooral,erg spannend. Ik kijk uit naar het vervolg van jullie avonturen.
    Rob,hopelijk laat jeje nog ff goed nakijken hier in Nederland voordat jullie vertrekken. Wat heb jij afgezien, de kilo's zitten er wellicht weer aan. Fijne tijd in Nederland en veel succes in Tanzania.