Oeganda. Parel van Afrika.

10 augustus 2021

Het eerste wat we op het vliegveld doen is geld opnemen. Hoeveel zullen we pinnen? Oeps, geen idee van de koers. Voorbereiding: 0. Doe maar 20.000, dat lijkt me meer dan genoeg.
Yep.
Na een kopje koffie is het op. We hebben 5 euro gepind met 4,50 euro opnamekosten. Briljant!
We blijven 2 dagen in Entebbe om simkaarten, en dus ook geld te regelen. Dinsdagochtend met de taxi naar de bus terminal. We moeten er uiterlijk om 6.00 uur zijn, want hij vertrekt om half 7. Meer dan 4 jaar in Afrika, maar we blijven optimistisch. Tegen 9 uur rijdt hij weg. Tientallen straatverkopers bleven de bus in en uit lopen. Wie gaat er nou lakens in een bus kopen?! In plastic verpakte friet? Namaak Gucci handtas? Eten, drinken, kleding, toiletartikelen, electronica. Van alles komt langs. Hoezo covid?

We denken alles gehad te hebben als de bus eindelijk vertrekt. Maar nee, iemand vindt het nodig om een kerkdienst te gaan houden. Er wordt gezongen en geklapt. Dat is nog wel oke. Maar waarom de hele preek, of wat het dan ook is want we verstaan er niets van, zo ongeveer geschreeuwd moet worden is mij een raadsel. Lieve help!

Ik denk dat het zeker een uur duurde. Dan stapt hij gelukkig uit. Zodat even verderop een ander kan instappen en het nog eens dunnetjes overdoet! Met nog meer geschreeuw. Rob kan het niet langer verdragen en vraagt op zijn bekende subtiele wijze of het wat zachter kan. Ja hoor, dat kan. Voor 2 minuten.
Afijn, hierna wordt het rustig. Rond half 7 komen we in Butogota aan. Net voor het donker. We stappen over op brommers. Eén voor die idiote hoeveelheid bagage van ons, één voor ons samen. Wat een lijdensweg voor Rob! Hij zit achterop, kan zich nauwelijks vasthouden aan de bagagehouder en aangezien de hele rit bergopwaarts gaat krijgt hij ook steeds met ons gewicht te maken. 8 km lang hoor ik alleen maar gekreun en gejammer achter me. Hij overleeft de rit, maar denkt dat hij zijn hand gebroken heeft. Wat reuze meeviel natuurlijk.
Bij aankomst worden we opgewacht door de farm manager. Ondertussen kijk ik rond of ik iets van de farm zie. Het is donker, eigenlijk zie ik geen moer. Waar is de farm? Of waar is de auto om ons verder te brengen? Nee nee, we moeten nog een klein stukje lopen. Met onze 60 kilo bagage, slippers en zonder licht?!
Het lukt, maar is niet echt een lolletje. En het blijft donker. Ik begin te vermoeden dat onze farm van een iets andere orde is dan wij denken. En ja, in schaarse verlichting doemen eenvoudige gebouwtjes op. Oh shit, hebben we hier alle moeite voor gedaan? Onze bagage wordt naar een banda gebracht, wij ploffen neer in de “ bar”. Zo, zegt de farmmanager, morgen beginnen we om 8 uur te werken.
Uhh, dit is de introductie? Oke,...
En jullie moeten betalen voor het eten. Uhhh, is het niet kost en inwoning tegen inzet? Zoals op de website staat vermeld? Als je beter eten wilt moet je daar voor betalen, 5 dollar per persoon per dag. We krijgen een voorproefje van het “betere”  eten. Pompoensoep waar je lepel recht in blijft staan, en spaghetti met een klein beetje saus. Hmmm. We weigeren voor het eten te gaan betalen. Het dessert krijgen we niet meer. De enige andere “gast”, een leuke vent uit Zwitserland, zegt dat hij ook al hele discussies over het eten heeft gehad.
Wat een leuk en veelbelovend begin! En dat na een vermoeiende reis van meer dan 12 uur.
Onze banda is simpel, heel simpel. 2 bedden en een klein kastje. Eén bed wordt de kledingkast. Voor het toilet moeten we een stukje naar beneden over een glibberig paadje. Voor alles moeten we trouwens omhoog of omlaag. Er is geen horizontaal stukje te vinden op deze steile hellingen.
De volgende dag zien we de prachtige omgeving. Dat dan in ieder geval wel.
Oh, geen ontbijt. Betalen of niets. Gelukkig heeft onze Zwitser brood en pindakaas en is hij heel erg bereid het met ons te delen. Hij zit er al wat langer en heeft zijn lesjes geleerd.
We gaan koffiebonen plukken. We beginnen ergens willekeurig op de helling. Oké, geen structuur. Ze zullen wel weten hoe het moet.
De koffieplantage is enkele jaren geleden opgezet door een Deense dame en haar broer. Het idee is dat de koffieplantage een buffer vormt tussen mens en dier, tussen natuurpark en landerijen. Wij kijken namelijk recht in het park van de gorilla’s. En van een hoop andere dieren natuurlijk. De grens is net voorbij het toilet. De koffieplantage moet de lokale bevolking van inkomen voorzien en omdat dieren niet van koffie houden (wat niet helemaal klopt, want apen vinden koffiebessen best lekker), blijven ze weg uit de plantages. Deze plantage moet als voorbeeld dienen voor de omgeving. Al gauw merken we dat we daar niet zo enthousiast over zijn. Terwijl we juist vanwege dit project en de opzet ervan hiernaartoe zijn gekomen.
Er gebeuren ook wel mooie dingen. De lokale bevolking mag de grond op de koffieplantage bewerken en er bonen op planten. Van de ene kant heeft de lokale bevolking er profijt van, van de andere kant wordt de plantage geploegd en gewied. Met als gevolg dat we voortdurend struikelen over stenen en geulen, maar dat terzijde. Vooral vrouwen bewerken het land, de kinderen zitten ergens onder een boom te spelen. Of helpen mee, zo klein als ze zijn.
Verder staan er fruit- en andere bomen om de koffie van schaduw te voorzien. Alles gebeurt organisch. Geen pesticiden, natuurlijke mest, schapen die het gras kort houden en een varken die...van alles vreet?
Samen met de community wordt een camping opgezet. Dat was een van de andere redenen om te komen. Daar konden we ze vast wel mee helpen. Nou, er gebeurt helemaal niets met die camping, behalve een blijkbaar wekelijks overleg. Daar hebben wij dus niets aan. De 3e reden om te komen was om de chef te helpen met andere recepten. Hij kan zeker wel wat hulp gebruiken. Maar ja, dan moeten wij eerst gaan betalen zodat wij hem kunnen helpen. Hij verblijft namelijk niet op de farm en komt als er “het betere”  eten klaargemaakt moet worden. En om te koken heb je toch wel wat ingedriënten nodig. Die er dus niet zijn.

Een paar dagen later begint er iemand rond een uur of 7 ’s morgens keihard te zingen. Is dit een dronkaard of zo? Wat nou weer?!
Het is iemand die de plantage bewaakt tegen bavianen. Die houden misschien niet van koffie maar zeker wel van bonen.
Doel gemist.

Een van de buren vertelt ons dat hij een bavianenval gaat bouwen. Als die klaar is moeten we maar eens komen kijken. Dat doen we, na weer het nodige gestruikel over de helling naar beneden. Onderaan, echt tegen de grens van het park, staat een enorme muizenval. Althans, een van lokaal hardhout (?!) gemaakte val die hetzelfde principe heeft als een muizenval. Binnen lokken met bananen, waarmee een mechanisme in werking wordt gezet om een zware deur naar beneden te laten vallen. De gevangen baviaan maakt natuurlijk veel lawaai waar de mensen op af komen. En die gaan met speren door de spleten prikken. Net zolang totdat de baviaan dood is. Echt een hele inspirerende en fantastische onderneming. En waarom? Ja, bavianen komen de landerijen plunderen. Is het niet andersom? Dat de mensen hun leefgebied bedreigen? De boeren zeggen dat ze toestemming van het parkmanagement hebben om deze val te bouwen. Wonderlijk.
Een paar dagen later hebben ze beet. Ik ben geen fan van bavianen, maar is dit nou echt nodig?

We “werken” misschien 2 uur. Lunchpauze. Daar gaan we dan. Porsho (ook bekend als ugali of nsima. Een soort van hele dikke maispap wat met een saus en groenten of vlees naar binnen gewerkt moet worden) en bonen.
Avondeten? Porsho en bonen. Oké, dat is leuk voor een keer maar niet dagelijks 2 x per dag. Hoe krijgen de Afrikanen dit in hemelsnaam weg? En al die bonen? Oh ja, veel maagklachten in Afrika. Ik snap waarom. Dit gaan we dus niet doen. Rob heeft er iets minder moeite mee maar ik wil een boterhammetje met pindakaas tussen de middag.
Al gauw blijkt dat er niet zo veel te doen valt. De middagen en avonden zijn lang. We kunnen een biertje drinken in de “bar”, waar we de hoofdprijs voor betalen. Ook voor de koffie moeten we betalen. Ik begrijp echt wel dat je niet je eigen productie weg moet geven, maar er wordt meer dan 3 euro voor een kopje koffie gerekend. Beetje belachelijk.

Kort na het weekend komt een bericht dat een stelletje met de auto wil komen. Of we de weg willen clearen. Met panga’s en slashers en onder grote publieke belangstelling werken we aan de weg. Het lukt het stel om de farm te bereiken maar ze hadden het bijna opgegeven. Dat is toch echt alleen maar voor ervaren chauffeurs met 4w-drives weggelegd. Smal en steil, ook ik had geen schone onderbroek gehouden denk ik.
Wat wij niet begrijpen is dat als er al zo weinig te doen is, er nog meer mensen toegelaten worden. Het enige dat we kunnen verzinnen is dat wij voor inkomen van de farm moeten zorgen. We hebben namelijk ontdekt dat er niet veel verkocht wordt. Bovenaan de koffieplantage staat de opslagschuur. Daar zijn we eens een kijkje gaan nemen. De meeste koffiebonen zijn aangetast door insecten, er staan zakken met jaartallen: 2018. We vinden een grote hoop faeces. Volgens de farmmanager is er sinds 2016 geen koffie meer geexporteerd. En dat zou de grootste verdienste moeten zijn. Dus waarom staan we hier met z’n allen ons best te doen?! De koffie ligt gewoon te verpieteren.
Dat het personeel niet heel enthousiast rondloopt snappen we nu wel.
Het stelletje houdt het na 3 dagen voor gezien. Ook zij zijn speciaal naar Oeganda naar dit project gekomen omdat zijzelf een farm in Afrika willen gaan beginnen. En dachten hier veel te kunnen doen en leren. We zijn dus gelukkig niet de enige sukkels. Wij zijn ondertussen wel bezig om iets anders te vinden. Aangezien we alleen maar iets willen dat met toerisme te maken heeft, schiet het niet erg op. Oeganda is, zoals meerdere Afrikaanse landen, niet heel hard door het virus getroffen. Maar wel door alle restricties.

We maken wel wat uitstapjes. 2 uur op de brommer om geld te pinnen, een biertje drinken in de plaatselijke bar en een bezoek aan een weeshuis. Dat laatste was een beetje ongemakkelijk. We kregen een hele dans- en zangshow van een stuk of 30 kinderen. Het project is opgezet door de community, wat op zich heel goed is. Het is niet echt een weeshuis, maar wel een plek waar kinderen worden opgevangen, eten krijgen en als ze geluk hebben naar school kunnen.
We krijgen na de voorstelling een rondleiding, die afgesloten wordt met een soort van afternoon tea. Je zou bijna zeggen dat kosten noch moeite bespaard zijn om geld binnen te halen. De oprichter, een jonge vent die al vroeg zijn ouders zegt te zijn kwijtgeraakt (je weet het nooit zeker), is erg zenuwachtig en doet net iets te veel zijn best. We bedanken hem vriendelijk voor de gastvrije ontvangst en willen terug gaan lopen. Hij loopt met ons mee. En vraagt natuurlijk meteen of wij hem willen helpen. Ik leg hem uit dat wij al zo vaak benaderd zijn om een project te sponsoren, dat we er gewoon niet aan beginnen. Natuurlijk hebben we alle symphatie voor alle projecten, ook de zijne, maar waar begint het en vooral waar houdt het op.
Dan vraagt hij of we de armste mensen van Oeganda willen bekijken. Pardon? Is armoede een bezienswaardigheid?? Nee, hij bedoelt de Batwa, de Pygmeeën. Die zijn heel zielig en hebben een andere afstamming dan de rest van de mensheid, namelijk van de bavianen. Ik sta perplex. Vraag hem om op een ander onderwerp over te gaan.
Nou hebben wij de Batwa 15 jaar geleden al bezocht. Eerlijk gezegd, ik vond ze verschrikkelijk vies. Kinderen met de welbekende snottebellen tot achter de oren, vliegen in elke lichaamsopening. Een bijna ondraaglijke lichaamsgeur.
Ik zit er niet echt op te wachten.

Na bijna 3 weken zijn we het toch echt hartstikke zat. Wat ons, buiten gebrek aan andere mogelijkheden, hier zo lang heeft doen blijven zijn vooral de andere gasten. Er is weer een ander stelletje gekomen. Ook Zwitsers. En ook met het openbaar vervoer en dolenthousiast over het laatste stuk van de reis. Zij gaan overnachten in een tent die de nodige gaten blijkt te hebben. Dan zijn wij toch wel blij met onze banda.
Het klikt heel goed tussen ons vijven.  We gaan met z’n allen een weekendje weg. Het stelletje heeft namelijk een gorilla trekking geboekt, de andere Zwitser wil ook graag en wij willen gewoon weg. Dus stappen we weer op brommertjes om naar een ingang van het park te gaan. De rit duurt een uur. Dus hebben we tijd genoeg...om de Batwa te bezoeken. Oké, vooruit, kijken wat er in 15 jaar veranderd is. Nou, de snottebellen zijn wel grotendeels verdwenen, de huisvesting is verbeterd, er zijn projecten gestart om inkomen te generen, dus best wel wat vooruitgang. In 2019 is zelfs de 1e Batwa afgestudeerd. Die heeft weliswaar geen baan, maar toch.
Snottebellen of niet, ik heb wel met ze te doen. Ooit woonden zij in en leefden van het bos. Jagers en verzamelaars. Alleen om te eten en te overleven. Een nomadisch bestaan, in perfecte harmonie met de natuur. Gorilla’s werden met rust gelaten. Toen het bos tot nationaal park werd benoemd moesten zij halsoverkop het bos verlaten. Gewoon, eruit. Geen alternatief of wat dan ook. Zoek het uit, maar niet in het bos. Wat natuurlijk leidde tot wantoestanden. Er werd ze geen grond toegewezen, geen basis voorzieningen aangeboden (snottebellen zijn dan misschien nog het minste van de problemen), niets. Dus ze grepen of naar de fles, of naar andermans eigendommen.
Nu, na jaren, heeft de overheid ingezien dat er misschien toch iets moet gebeuren. En zijn er projecten opgezet zoals die we nu bezocht hebben. Ja, en dan komen er natuurlijk allerlei handwerkjes tevoorschijn, die verdacht veel lijken op die van het weeshuis en ook wel erg veel weg hebben van wat je op de markt in Kampala kunt kopen. Eigenlijk op elke markt in een beetje toeristische omgeving. De Zwiterse fluistert in mijn oor dat er gewoon 1 vent in Kampala is die de hele productie doet en in het hele land laat verkopen. Misschien klopt dit, misschien niet. We zien echter niet de plek waar ze al dit moois maken. We doneren wat geld aan de community, wat heel makkelijk wordt gemaakt doordat een mandje voor onze neus wordt gezet. We geven het rechtstreeks aan het dorpshoofd, zodat er niet iets aan de strijkstok van de gids blijft hangen.
Tijd voor een biertje.
Nou ja, na een leuke avond en een fantastische gorilla trekking voor onze Zwitserse vrienden keren we terug naar de farm.

Oh ja, we wonen niet alleen in de banda. We delen het met muizen. Die vinden het bananenbladerdak heel geschikt om in te rommelen. Op een gegeven moment sta ik oog en oog met een muis. Ik pak een schoen, zo’n stevige bergschoen, en geef ‘m een mep. Even dacht ik dat ie dood was, maar plots zie ik hem weer ergens lopen en stil blijven staan. En deze keer is de mep dodelijk. Ik sta versteld van mezelf! Ik heb geen enkel probleem met het doden van muggen. Maar daar houdt het wel zo’n beetje mee op. En dan nu zo’n schattig muisje. Ook Rob dacht dat hij mij ondertussen wel kende. Afijn, de honden zijn er blij mee.
Al geruime tijd horen we chimpansees in de verte. Op onze laatste dag komen ze wel heel dichtbij. We sluipen met z’n allen naar de rand van het park. Chimpansees zijn razendsnel, maar het lukt toch om ze te spotten. Dit was het hoogtepunt van onze 3 weken op de farm
Tijd om te vertrekken. We nemen met spijt in het hart afscheid van de Zwitsers. En van sommige stafleden. En van de honden. Helaas zorgt de farmmanager weer voor een moment van ongemak. Rob betaalt de rekening en wacht op het wisselgeld. Dat komt niet. Oh, zegt de farmmanager nadat Rob er om vraagt, ik dacht dat dat als fooi bedoeld was. Dit is niet alleen ongemakkelijk, dit is onbeschoft. Natuurlijk wilden we wat achterlaten. Maar niet zo. En waarom eigenlijk? We hebben gewoon meegewerkt. Wie geeft collega’s nou een fooi?! Nee, hier moet het nodige veranderen wil het succesvol worden. Jammer.

Met een gehuurde auto met chauffeur (klinkt wel leuk) gaan we naar Kisoro. Geen idee wat we daar kunnen doen, maar het is in ieder geval meer in de bewoonde wereld met hopelijk fatsoenlijke bedden en eten. De rit is prachtig. Gedeeltelijk door het nationale park. Oh, wat zou ik daar graag meer tijd in doorbrengen! Echt een tarzan-omgeving.

Na 1 nacht in een bekend guesthouse in Kisoro gaan we op zoek naar iets goedkopers. 15 jaar geleden hebben we hier ook overnacht en het is geen steek veranderd. Ze noemen dit guesthouse het 2e huis van Dian Fossey. Was ze hier gewoon maar blijven wonen. Was veel gezonder geweest. Wij vinden een goedkoper guesthouse op loopafstand van alles. Zo, en wat nu? Kisoro zou een van de hotspots voor toeristen moeten zijn. Gorilla trekkings, bergen, meren, Batwa’s...er is van alles. Behalve mensen die al dat moois zouden moeten bekijken. We brengen onze tijd door met wandelen naar een echte koffieplantage, wandelen naar een meer, wandelen in Kisoro, adviseren van lokale ondernemers in toerisme, biertje drinken, nog een biertje drinken. We bezoeken een lodge waar we ooit gesolliciteerd hebben. Je weet maar nooit. Deze ligt prachtig aan een meer, met uitzicht op de vulkanen van Rwanda en DR Congo (waarvan 1 een maand later uitbarst). We maken een toer langs diverse lodges met onze nieuwe ondernemersvriend. Ook het Zwitserse stel van de farm komt naar Kisoro en met z’n 5-en gaan we een nachtje naar Lake Bunyoni. Het stelletje blijft, wij gaan met z’n 3-en terug. We vermaken ons best maar dit was natuurlijk niet de bedoeling.  Maar waar kunnen we heen? Oeganda staat op de rode lijst (Rwanda met meer covid-gevallen staat op de groene lijst, wat toch enigszins merkwaardig is), er zijn niet veel mogeljkheden en uiteindelijk zullen we Oeganda uit moeten vanwege het visum. Dat is maar 3 maanden geldig.

We zijn al langer in gesprek met een lodge in Malawi. Dat lijkt iets te gaan worden. We kennen genoeg mensen in Malawi en eigenlijk vind ik het wel heel leuk om terug te gaan. Malawi is nauwelijks getroffen door covid, dus corona-technisch vinden wij het ook verantwoorder om naar Malawi te gaan dan naar Nederland. We boeken een ticket, regelen een covid-test en nemen de bus (een iets betere dan op de heenweg, zonder kerkdiensten) naar Entebbe. 2 dagen daar en dan hup, op weg naar Malawi.

Niet dus. Onze vlucht wordt geannuleerd. Wat dan volgt is een wirwar aan berichten, emails, Whatsapps, telefoontjes. Het kost ons een hele dag om een andere vlucht geregeld te krijgen. Maandagavond, bijna nacht, komen we op het vliegveld aan. Waar ze weigeren om ons te boarden. We hebben een enkele vlucht geboekt. Ja, èn? We praten als Brugman, smeken, intimideren, niets werkt. We zeggen dat we in Malawi een auto gaan huren en via land Malawi gaan verlaten. Nee, niet voldoende. Misschien weigert de douane van Malawi ons toe te laten en dan is de vliegmaatschappij verantwoordelijk.
Daar staan we dan. Middenin de nacht. Wat een idioterie! We blijven tot de volgende ochtend zodat we met de agent op het vliegveld kunnen overleggen. Helaas kunnen we pas donderdag vertrekken. 2 dagen later en te laat voor onze tests. Die moeten dus opnieuw afgenomen worden. We boeken een goedkoop guesthouse en de eigenaresse komt ons ophalen. Wat fijn dat we zo vroeg terecht kunnen. Toen waren we nog blij met haar. Ze is uiterst behulpzaam. Ze gaat voor ons de testen regelen, maak je maar geen zorgen. Wij geven haar geld en de volgende dag doen we de test. Het bonnetje hebben we nog niet. Nee, als de uitslag van de test komt print ze die uit en dan krijgen we alles netjes bij elkaar. We hadden al een beetje een onbestemd gevoel maar zijn natuurlijk ook erg moe en teleurgesteld en blij dat iemand helpt. Ja, van de wal in de sloot. Vlak voor vertrek naar het vliegveld, 2 dagen later, willen we afrekenen. Rob heeft wat vragen over de rekening maar ze rukt het geld uit zijn handen. Het ontaardt in een grote schreeuwpartij. Mijn hemel, wat is hier aan de hand? Waar is die behulpzame dame gebleven? Het draait bijna uit op een handgemeen. Dit is niet normaal? Wat bezielt dat mens? Ik vraag haar de rekening te laten zien. Ze weigert. Schreeuwt dat het alleen maar om geld gaat en smijt het geld in mijn gezicht. Ik ben verbijsterd. We hebben hele gesprekken gehad omdat zij graag haar guesthouse wil opwaarderen en wij natuurlijk wat ervaring in hospitality hebben. Ze wilde alles voor ons doen, inclusief onze tickets en andere documenten uit laten printen maar dat hebben we toch maar zelf gedaan. Ze bracht ons naar de testlocatie en haalde ons weer op. Natuurlijk hadden we de niet al te beste reviews gelezen, en hadden we beter moeten weten, maar we blijven optimistisch.
Ze had beloofd ons naar het vliegveld te brengen maar dat weigert ze nu natuurlijk. Geen probleem, wij kennen een taxi-chauffeur dus die komt ons wel halen. 
Vlak voor het moment van boarden komt een beveiliger naar ons toe. Een dame wil ons spreken. Die beweert namelijk dat wij nog een rekening te betalen hebben. En daar staat onze schattige guesthouse eigenaresse. Hoe komt ze hier!? Door de douane en alles? En ja, ze dreigt met de politie. Wij maken natuurlijk een hoop stennis. Iedereen zit verbaasd toe te kijken. Mooi, dan kunnen we heel veel mensen waarschuwen om nooit naar dit guesthouse te gaan.
Wij gaan naar de balie om te boarden. De man die bij haar is, en er vermoedelijk voor gezorgd heeft dat ze tot hier kon komen, probeert het boarden tegen te houden. Het personeel is echter heel strak. Hij heeft daar niets te zoeken.
En dan, het boarden. Wij hebben een reisburo opgericht, een reis samengesteld en een autohuur geregeld. En nou maar hopen dat ze er in trappen en niet even gaan bellen of googelen.

Het lukt!
Nu Nairobi nog.
Het lukt!
Nu Malawi nog.
Het lukt! No questions asked. Ze kijken niet eens naar onze reispapieren.

Wat leuk om terug in Malawi te zijn!

Maar dat gevoel gaat veranderen.

Foto’s

11 Reacties

  1. Linda:
    10 augustus 2021
    Pffffffff. Wat een verhaal weer! Het lijkt wel alsof “oud” gedrag toeneemt in de spanning rondom COVID? Hoe zorg ik voor geld?
    En de laatste zin maakt het wel heel spannend! Ik ben en blijf nieuwsgierig en krijg nóg meer bewondering voor jullie! Hou vol! X linda
  2. Karin de Keizer:
    10 augustus 2021
    Tsjonge jonge wat een belevenissen, Haarlem is wel heel erg saai hoor…
    Ik kijk al uit naar jullie belevenissen in Malawi! Hartelijke groeten, Karin
  3. Ellen:
    10 augustus 2021
    Er zal eens een keer iets normaal gaan...! Of op zijn minst volgens planning.... Ik heb veel bewondering voor jullie optimisme en uithoudingsvermogen! En jullie volhardend vertrouwen in de mensheid. Want dat zou zo toch makkelijk wat kunnen afbrokkelen.
  4. Lianne Simons:
    10 augustus 2021
    Met bewondering lees ik elke keer jullie verhalen. Wat kan een mens allemaal meemaken, maar in Afrika lijkt het of er alleen maar onheil op jullie pad komt. Maar wat zien jullie ook weer veel prachtige landschappen, dieren en mensen. Ik zou bij de eerste spin of slang al zijn afgehaakt! Ben benieuwd wat Malawi jullie weer brengt, hoewel je laatste zin niet veel goeds voorspeld! Mijn bewondering voor jullie optimisme, creativiteit om steeds weer uit een bepaalde situatie te geraken en elke keer weer jullie vertrouwen in de mensheid. Het is een gekke wereld vandaag! Veel succes met jullie nieuwe avontuur!!
  5. Janneke:
    10 augustus 2021
    Ik dacht al veel te hebben meegekregen in onze appjes en WA-bel-contacten, maar elke keer is er nóg meer waar mijn verbazing hoogtij over viert... wat een continent...
  6. Angèle Lok:
    10 augustus 2021
    Verbijsterd jullie relaas gelezen! Knap dat jullie dit aankunnen en altijd toch weer positief voor de verdere beleving gaan.
    Succes met het volgende avontuur in Malawi!
    Groet en liefs, Angèle
  7. Piet Kars:
    10 augustus 2021
    Wat hebben jullie toch een energie en wilskracht. Iedere keer weer. Ik geniet van jullie verhalen.
  8. Gudule:
    10 augustus 2021
    WAT een belevenissen toch weer en wat goed en leuk verwoord in jouw prachtige verhaal, Irene!! Oh mijn hemel …. ik zou het nog geen DAG volhouden denk ik ! Ik heb ZO’n bewondering voor jullie … echt !!! Prachtige foto’s ook ! Ik kijk NU al weer uit naar het vervolg van jullie avontuur !!!!
  9. Anneke:
    10 augustus 2021
    Och och. Wat een verhaal weer. Ik wens jullie heel veel sterkte en hoop voor jullie op betere tijden. Warme groet Anneke
  10. Corine Lach de Bère:
    10 augustus 2021
    Het is idd wonderbaarlijk hoe jullie dit steeds weer "overleven " en de uitdaging blijven zoeken. Het is een spannend boek wat ik aan het lezen ben en elke keer denk ik wat zoeken ze daar toch,zoveel ontberingen maar ik begrijp het ook wel want de natuur en het avontuur maakt het de moeite waard.
    Ik ben nu al benieuwd naar jullie vervolg in Malawi! Pas goed op elkaar en blijf gezond.
    Lieve groetjes Corine
  11. Micky de Beurs-Wijngaarden:
    11 augustus 2021
    Prachtig verhaal Irene. Anuschka mijn dochter uit Duitsland heeft ook genoten en was erg onder de indruk. Succes verder. Liefs Micky