Malawi, het warme hart van Afrika. Wat voor ons een nachtmerrie werd.

6 september 2021 - Nederland, Nederland

De 1e weken brengen we in het zuiden door. We helpen mee met het Zomba City Festival, wat een leuke ervaring was. Zomba is de oude hoofdstad van Nyasaland, zoals Malawi ten tijde van de kolonisatie heette. Een aangename stad, omgeven door bergen, met vele oude koloniale gebouwen. Eén inwoner geeft me weer een bijzonder inzicht. In zijn oorspronkelijke woongebied zijn nogal veel zwerf- en straatkinderen. En hij wil daar graag iets voor doen. Of ik hem daarmee kan helpen. Ja, dat kan ik wel. Namelijk met advies. Probeer het binnen de gemeenschap op te pakken. Bespreek het met de dorpshoofden. Of, als je toch gezinsuitbreiding wilt, adopteer een straatkind. Daar moet hij over nadenken. Nee, toch niet. Zijn vrouw heeft eigen kinderen nodig.
Malawi heeft nog een lange weg te gaan.

Na 2 weken nemen we de nachtbus naar het noorden. Eens maar nooit weer. Op hoge snelheid in het donker over slechte wegen, met een overvolle bus. Nee, niet echt verstandig maar we overleven het.

De 1e weken op de lodge zijn prima. Goed inwerken, alles doornemen, overal meehelpen, het gaat allemaal heel goed en gemoedelijk. Eind mei vertrekken de eigenaars naar Europa. We staan er alleen voor. Wat op zich geen probleem is. Behalve dat we later, als we geld willen opnemen voor boodschappen, ontdekken dat er geen geld is achtergelaten. We moeten maar hard aan marketing werken is het advies. Ja, daar is het een beetje laat voor.
Goed, er is dus gewoon geen geld voor wat dan ook. Nu maar hopen dat er snel gasten komen. We hebben een deal met de eigenaars. Zij willen maandelijks een bepaald inkomen hebben. Alles wat er overblijft na de vaste kosten en hun inkomen is voor ons. Nou, er is niet eens geld voor de vaste kosten. Het lijkt een leuke deal. Als er omzet is. Er staat nog geen enkele reservering.

En dan maandag, 7 Juni 2021. Rob’s verjaardag. Onze trouwdag.

We rijden op een eenbaansbrug. Het is even na vijven en we komen terug van een dagje Mzuzu. We zijn daar op tijd vertrokken om niet in het donker te hoeven rijden.
Op ¾ van de brug zien we een lorrie aan komen rijden van de andere kant. We zeggen nog tegen elkaar: “gaat-ie nou nog stoppen?”.
Niet dus. Hij rijdt frontaal op de chauffeurszijde in. Wij kunnen geen kant uit.
Rob zit beklemd en heeft veel pijn. Honderden mensen verzamelen zich om de auto. Allemaal om te helpen, maar ze staan alleen maar ontzettend in de weg. Ze wijken voor geen centimeter, kijken wat ze ondertussen in hun zak kunnen steken en enkelen gaan totaal ongecoördineerd Rob proberen te bevrijden. Rob ziet zijn voet naast zijn been bungelen. Gelukkig verdooft adrenaline. Bij Rob de pijn, bij mij de emotie.
Ik bel de lokale manager van Kachere Kastle die 10 minuten later komt. Hij heeft ondertussen hulp proberen in te schakelen.
Terwijl de auto nog meer gesloopt wordt om Rob vrij te krijgen gaat een Nederlands stel in Nhkata Bay naar het ziekenhuis ter plaatse, om een ambulance te regelen. Dat wordt geweigerd omdat de ongeluksplek buiten hun district valt. Wat later niet blijkt te kloppen.
Daarnaast regelen ze dat er mensen klaar staan om Rob direct op te vangen. Denken ze.
Een Brits stel uit de buurt komt helpen. Met weinig succes, want ze komen bijna niet door de mensenmassa heen. Er bevindt zich een verpleegkundige ergens achteraan. Die schreeuwt adviezen die doorgegeven moeten worden. Ook zij kan niet bij de auto komen.

Het duurt zeker 2 uur voordat Rob achter op een lorrie getild kan worden, die ter beschikking is gesteld door een Australische die een ngo in de buurt runt. Een uur later, na een koude hobbelige rit, staan we voor de deur van het ziekenhuis. 5 ambulances staan om de hoek geparkeerd.
Niemand te bekennen. Het Britse stel is met ons meegekomen. Zij gaan naar binnen om mensen op te trommelen en dat duurt wel enige tijd. Dan wordt Rob door iedereen die maar in de buurt is (vooral niet-zorgpersoneel dus) op een veel te kleine brancard getild. Zijn voet bungelt over de ene rand, zijn hoofd over de andere. Er staat geen arts klaar. Er staat niemand klaar. De dienstdoende arts is onbereikbaar. Rob zijn bloeddruk en temperatuur worden gemeten. Meer wordt niet gecheckt. Mijn bloeddruk wordt ook gemeten, nadat ik een aantal keren heb aangegeven ook bij het ongeluk betrokken te zijn geweest.

Na ongeveer twee uur wachten komt iemand opdagen. Zij heeft geen dienst maar heeft zich vrijwillig aangemeld. Rob wordt naar de OK gebracht. Ik wacht buiten. Zorgpersoneel loopt in en uit. Met handschoenen aan openen ze de deuren.
Om half 12 zijn ze klaar. De wond is onder verdoving schoongemaakt, verbonden en het onderbeen is in gips gezet. Dat gaat er morgen weer af. Zeggen ze. Röntgenfoto’s worden niet gemaakt want radiologie is alleen maar overdag operationeel.
We krijgen de keuze of we een publieke of betaalde kamer willen. Geen idee wat het verschil is maar we kiezen natuurlijk privé. Wat die nacht niet kan want er is geen personeel aanwezig.
De publieke kamer heeft 16 bedden. Geen muskietennetten, geen gordijnen, geen privacy. Niets. Een bed.
De volgende ochtend worden rond half 11 röntgenfoto’s gemaakt. Het Nederlandse stel komt ons eten en drinken brengen. Er is niets in het ziekenhuis. Ondertussen overleggen we wat we moeten doen. Het zorgpersoneel verandert voortdurend van plan. Ze kunnen Rob hier niet helpen, dan weer wel. Dan is Mzuzu een betere optie. Of toch weer niet. Welke functie ze hebben is niet duidelijk. Degenen die zich als artsen voordoen zijn meestal medical officers, clinical officers of medical assistants. Met 2 of 3 jaar opleiding. Of een gekocht diploma.
Wij begrijpen inmiddels dat er maar 1 ziekenhuis in Malawi in aanmerking komt en dat is Beit.Cure in Blantyre. 550 kilometer naar het zuiden. Het enige in orthopedie gespecialiseerde ziekenhuis.

Het ziekenhuis in Nkhata Bay is in 2016 geopend. De bouw is gedeeltelijk gefinancierd door buitenlandse donoren. Van buiten ziet het er gelikt uit. Van binnen is er niets. De president himself heeft het ziekenhuis geopend met een waarschuwende speech voor het personeel. Diefstal uit het ziekenhuis wordt heel serieus genomen en de bestrijding ervan is een speciale taak van de politie. O wee! Als je bekeuringen, gebrek aan de juiste papieren enz. af kunt kopen, moet er in een ziekenhuis ook wel wat te regelen zijn.

Na de röntgenfoto’s wachten we op de arts om de bevindingen te horen. Het verband en het gips blijven zitten. Het Nederlandse stel en de lokale manager van Kachere Kastle pushen het personeel om een arts te regelen. Uiteindelijk is het de fysiotherapeut van het ziekenhuis die de “artsen” in beweging zet. Rond 4 uur komen er 3 aanzetten, van 3 verschillende ziekenhuizen. Het is te laat om nog naar een ander ziekenhuis te gaan. We krijgen nu wel een privé kamer. Het enige verschil met de zaal is dat er maar 2 bedden zijn. En een badkamer. Zonder handdoeken etc.
De “artsen” vertellen dat de tibia op verschillende plekken gebroken is en dat er een stuk van de heupkom is afgebroken. Ze gaan overleggen en komen morgenochtend het plan voorleggen. Het verband en gips blijven zitten.
De volgende ochtend, geen “artsen”. Weer komt de fysiotherapeut in actie. Het is even na half 1, de “artsen” hebben lunchpauze. Als het 2 uur is komt er een. Rob kan hier niet geholpen worden en kan het beste naar Blantyre. Wat wij allang besloten hadden. Ook vandaag is het te laat om nog te gaan. Discussies over het vervoer volgen. De Nederlandse consul wordt benaderd maar die kan niets doen. Aan het eind van de middag is eindelijk een ambulance geregeld, door tussenkomst van de directeur. Die vond dat hier sprake van nood was en dat er iets gedaan moet worden. Hij sommeert één van de “artsen” de volgende dag mee te gaan met de ambulance. Het verband en gips blijven zitten.
De ambulance zou er om 5 uur zijn. Eén van de 2 chauffeurs is 1,5 uur later. Rob wordt met behulp van schoonmaakpersoneel, of bewakingspersoneel, of ander totaal ongeschoold en ongeschikt personeel, vanuit bed op een brancard getild. Dat gebeurt zo onhandig dat hij het regelmatig uitschreeuwt van de pijn.
Er is bijna niets in de ambulance. Het beetje apparatuur dat er is lijkt niet aangesloten.
Na 10 minuten moet de ambulance stoppen. De weg is heel slecht en elke hobbel doet pijn. De arts zit met zijn rug naar Rob, met oordopjes in naar video’s te kijken. Ik moet hem erop attent maken dat het niet goed gaat.  Na Rob’s been in een stabielere positie te hebben gekregen gaat het verder. In Salima wordt gepauzeerd. Arts en chauffeurs verdwijnen om te gaan lunchen. Rob blijft alleen achter in de ambulance.
Rond 17.00 uur komen we in Blantyre aan. Rob wordt uitgeladen en terwijl hij nog buiten is word ik gedwongen meteen met de chauffeurs mee te gaan. Ik heb de avond tevoren geld overgemaakt en moet dat nu gaan halen om de ambulance te betalen. Die direct na ontvangst terugrijdt naar Nkhata Bay.
We moeten beiden een covid test ondergaan voordat we naar binnen mogen. Rob wordt naar een kamer gebracht en de vitale waarden worden gemeten. Achter zijn bed zit de alarmknop. Hij kan er niet bij. De afstandsbediening doet het niet. Ik krijg een bed naast hem.
We krijgen eten hier. Heel bijzonder.
Ik word Rob’s guardian genoemd. Geen idee wat ze daarmee bedoelen, maar daar kom ik gauw genoeg achter. Ik ben zijn alarmknop. En meer, ontdek ik nog later.
De volgende ochtend krijgen we een offerte. We moeten eerst betalen voordat ze iets gaan doen. Aangezien we geen 6,3 miljoen kwacha (ongeveer 6500 euro) in onze broekzak hebben moet ik een banktransfer regelen. Er gaan enkele werkdagen overheen voordat het geld is overgemaakt. Daarnaast wordt de betaling pas rond het middaguur verwerkt, als de dagkoers is vastgesteld. Rond 1 uur “dreigen” ze ons naar het publieke ziekenhuis te sturen, ze stoppen elke verzorging. Pas als ik kan bewijzen dat het geld ècht onderweg is wordt Rob naar de OK gebracht. Het gips en verband van maandagavond worden nu pas verwijderd. Hij wordt gewassen. Voor het eerst deze week.
Onder anesthesie wordt de wond schoongemaakt en brengen ze een externe fixatie aan. Ook zijn er röntgenfoto’s gemaakt en zijn er bloedtesten gedaan. Alle focus is op de open breuk. Hoofd, rug enz. worden niet onderzocht. Bij terugkomst vergeten ze de katheter. Die blijft op zijn buik liggen. En helaas was dit de 1e maar niet de laatste keer.
Hij krijgt antibiotica toegediend. De hele nacht heeft hij last van diarree. Er is slechts 1 verpleegkundige in het privé-deel van het ziekenhuis. In het kinderdeel is er nog 1. Met diarree kun je niet lang wachten, ik ben er wel 10x uit geweest om Rob te helpen.
De arts komt elke dag checken. In het weekend wordt niet geopereerd. Rob’s operatie staat voor woensdag gepland, 10 dagen na het ongeluk. Ze gaan 2 operaties in 1 doen, eerst zijn heup en dan zijn tibia. Op dinsdag word ik na lang aandringen gecheckt. Ik heb last van mijn borstkas en hoest enorm wat pijn doet. De arts oppert seat belt injury. Goh.

Bloedonderzoek toont een bacteriële infectie aan. Ook ik mag aan de antibiotica. Het personeel had geen idee dat ik ook het ongeluk heb gehad. Ze zien me liever niet als patiënt maar als guardian. Want dat maakt hun werk een stuk gemakkelijker.
De onhandigheid van de verpleegkundigen frustreert ons enorm. Niet komen helpen omdat een mannelijke verpleegkundige naar de lekkende katheter moet komen kijken. Rob verplaatsen terwijl iemand zijn katheter nog los aan het maken is. Katheter sowieso vergeten. Met het bed overal tegenaan botsen, wat iedere keer een pijnscheut oplevert. Trombose medicatie vergeten. Zo vaak deuren dichtslaan dat we ze maar eens een lesje “deur fatsoenlijk dichtdoen” geven. Hard praten midden in de nacht. Nachtwakers die met luide telefoons rondlopen. Een verpleegkundige tilt Rob aan zijn gebroken heup op. Een andere verpleegkundige wil Rob’s rug wassen en vraagt of hij zich even aan de papegaai kan vasthouden. Dan laat ze het bed zakken zodat ze nog makkelijker zijn rug kan wassen. Rob zegt nog dat ze snel moet zijn en het hoofdeinde wat omhoog moet zetten. Ze is niet snel en laat het hoofdeinde omlaag. Rob houdt het niet meer en klapt terug op bed.
Elke dag worden de kritieke waarden gemeten. Elke dag komt de chirurg langs. Elke dag krijgt Rob een wasbeurt. Voor toiletartikelen en handdoeken moeten we zelf zorgen. En elke dag wordt het beddengoed verschoond.
Dat dan wel.

16 juni is de grote operatie. De externe fixatie wordt verwijderd (beetje jammer. Had die dan wel aangebracht moeten worden?), de heupkom wordt vastgezet met plaat en schroeven, evenals zijn scheenbeen. Na de 9 uur durende operatie is Rob versuft en een beetje paniekerig.  Die nacht heeft hij vreselijk veel pijn. We slapen geen van beiden. De dag daarna gaat het iets beter. Met de nodige orale pijnstillers. De dag daarna komt de fysiotherapeut. Rob moet zo snel mogelijk gaan bewegen.
De daaropvolgende weken zijn hetzelfde. Kritieke waarden, wondverzorging en tussentijdse röntgenfoto’s. Verder wordt niets gecheckt. Diarree, obstipatie en maagzuur wisselen elkaar af. Hoesten en met enige regelmaat ademnood. Slapeloze nachten. De ene onhandigheid na de andere. Vanaf half 6 ’s ochtends een zoete inval van verpleegkundigen (of wat daarvoor door moet gaan), verpleeghulpen, schoonmakers, keukenpersoneel, administratie, artsen….niet bij te houden.

Rob eet in het begin heel weinig. Later gaat dat gelukkig wel beter.
Rob gaat langzaam vooruit. Helaas pusht een fysiotherapeut hem iets te veel en blesseert hij een spier of pees in zijn lies. Loopoefeningen zitten er voorlopig niet in. 3 dagen later willen ze Rob ontslaan uit het ziekenhuis. Na veel gediscussieer mogen we het weekend nog blijven. Die zondag komt de chirurg vertellen dat hij een gebroken botje in Rob’s voet heeft gemist. Maandag wordt Rob opnieuw geopereerd. Een kleine ingreep. Maar daarna is hij nog uren versuft. Ondertussen wordt mij door een verpleegkundige rond 16.00 verteld dat we de volgende dag weg moeten. Mijn argument dat Rob net weer geopereerd is, nu nog steeds slaapt en van niets weet maakt geen verschil.
Ze zijn ons liever kwijt dan rijk. We zijn niet nederig en dankbaar genoeg. We moeten blij zijn met de zorg die we krijgen (en waar we dik voor betalen). In plaats daarvan zijn we naar tegen het personeel, terwijl we verbeterpunten aandragen.
We zijn naar tegen die incompetente onverschillige verpleegkundigen, die zich niet in dossiers verdiepen, het liefst met hun mobieltje bezig zijn en niet snappen dat steriele handschoenen primair bedoeld zijn om een patiënt met een open wond te beschermen. Aangezien ik al allerlei zorghandelingen uitvoer hoef ik alleen nog maar te leren injecteren en dan mogen de verpleegkundigen wat mij betreft wegblijven.

Gelukkig geeft de chirurg ons nog een extra dag, zodat we iets kunnen regelen. Wij zijn totaal niet bekend met Blantyre en hebben geen idee wat te doen. De wond moet om de dag verzorgd worden. We kunnen naar het overheidsziekenhuis, waar we gezien onze eerdere ervaringen en alle verhalen niets voor voelen. Bovendien moeten we zelf voor van alles zorgen: eten, drinken, persoonlijke verzorging. Om maar niet te spreken over risico’s als malaria en covid.
De beste optie lijkt terug te gaan naar Kachere en zelf de wondverzorging te doen. Een gepensioneerde Nederlandse intensivist, die ons bijna vanaf het begin heeft bijgestaan met adviezen, biedt aan ons op te halen. Wat superaardig is van haar. Maar dat betekent wel dat we een paar dagen moeten overbruggen. Woensdag 7 juli vertrekken we. Nadat we weer een hoop gedoe hebben met betalen. Wondverzorgingsmateriaal en toiletstoel mogen pas mee als het bewijs van betaling er is. Wat een stress! Wat een wantrouwen!

Eigenlijk zijn we wel blij dat we er weg zijn. Terwijl we ervan overtuigd dat Rob helemaal niet ontslagen had mogen worden. Zijn behandelend chirurg gaat diezelfde week op vakantie. Zou dat de reden zijn dat we niet kunnen blijven?

Een taxi brengt ons naar onze nieuwe verblijfplaats. Een guesthouse, waar ze bedenken dat we een kamer driehoog achter willen hebben. Dat gaan we dus niet doen. We krijgen een iets makkelijker toegankelijke kamer. Naast bouwwerkzaamheden. De bouwvakkers op het dak kijken zo onze badkamer in. Echt heel leuk.

De volgende dag komt Mariëtte. Na 2 dagen vertrekken we naar Lilongwe, voor een tussenovernachting. Zowel voor haar als voor Rob is de rit naar Kachere te lang voor 1 dag. In het hotel in Lilongwe doen we samen de wondverzorging. 1,5 uur zijn we ermee bezig. Oh help, dat wordt nog wat zonder haar!
De volgende dag komen we aan het eind van de middag terug op Kachere. Wat fijn om weer terug te zijn!
Voor de volgende wondverzorging hebben we de plaatselijke clinical officer uitgenodigd. Ze trekt 2 paar steriele handschoenen aan en doet vervolgens een graai in haar rugzakje. Oké, dit gaat ‘m niet worden.
De wond ziet er steeds beter uit. We verzinnen van alles om de verzorging zo steriel mogelijk te doen. Na 2 dagen komt Mariëtte weer helpen. De wond ettert. Infectie. Rob moet direct naar het ziekenhuis. Nkhata Bay slaan we natuurlijk over. Nooit meer naar dit ziekenhuis! Als zelfs verpleegkundigen die er werken zeggen dat je daar niet naartoe moet gaan….

Mariëtte heeft connecties bij Mzuzu Central Hospital en daar gaat Rob naar toe. Een lokale man gaat mee als guardian. Er zijn gasten en ik kan nog even niet weg. Bij aankomst in het ziekenhuis wordt gevraagd of er naar de wond gekeken mag worden. Ja, als de omgeving steriel is. Dat is niet zo, dus doen ze niets. Behalve antibiotica inspuiten, wat nu het allerbelangrijkste is. Het ziekenhuis in Blantyre had natuurlijk antibiotica mee moeten geven. De zoveelste fout.

Mzuzu CH is een overheidsziekenhuis. Maar omdat Rob naar het privé deel gaat, moet er eerst aanbetaald worden. Dat is namelijk wat het privé maakt, je betaalt ervoor. En natuurlijk als je met spoed naar het ziekenhuis gaat neem je niet veel geld mee. Wij dachten daar niet eens aan. Gelukkig komt Mariëtte de volgende dag en die neemt geld mee. Diezelfde dag wordt de wond schoongemaakt. Maar pas nadat Rob zichzelf uit bed heeft weten te worstelen en heel boos is uitgevallen naar het personeel.
Ondertussen komen bij mij andere berichten binnen van Rob. Zijn guardian doet een beetje raar. Heeft allemaal geld nodig om maar op en neer naar de stad te gaan en eten te halen. Er worden afspraken gemaakt om zijn tripjes te beperken. Per slot van rekening moet hij er zijn voor Rob.
Maandag krijg ik een lift en onderdak van een “buurvrouw”, dezelfde die na het ongeluk een vrachtwagen had geregeld. Het worden dagen van op en neer met taxi’s, boodschappen doen voor Rob, andere zaken regelen zoals een permit, zaken regelen voor de lodge en het zorgpersoneel aansturen. Dat laatste is echt nodig. Ik kwam er op dinsdag pas achter dat Rob al die tijd geen schone lakens had gehad. Maandag heeft zijn guardian Rob geholpen met wassen. Wat verder het nut van die guardian is is mij niet zo duidelijk. Ik moet weer eens een ernstig woord met het personeel spreken om te zorgen dat ze hun werk doen. Ze beloven beterschap.
Ik weet niet wat voor opleiding verpleegkundigen hier krijgen, maar als je ze niets vraagt doen ze ook niets. Betrokkenheid nul komma nul.
Diezelfde avond gaat het mis met de guardian. Hij komt dronken terug van een van zijn tripjes (die gewoon door zijn blijven gaan) en stort in bed neer. Niet meer wakker te krijgen. Zelfs de nachtwakers lukt het niet. Hij liegt en bedriegt. En drinkt dus blijkbaar ook, alhoewel hij mij diezelfde middag nog vertelde dat hij vroeger veel dronk, maar daarmee gestopt was. Hij is nog van enig nut, want het liefst zou ik hem naar huis schoppen. Het alternatief is dat ik in het ziekenhuis blijf als guardian en ik weet niet of ik dat nog aan kan.
Het gaat weer de goede kant op met de wond. Na een week wordt Rob ontslagen. We blijven samen nog een nachtje in het huis van de Australische, de volgende dag brengt een taxi ons terug naar Kachere. Hij moet wel elke week voor controle terugkomen.
De 1e controle is oké. Er beginnen zich korsten te vormen, die ook langzaam maar zeker loslaten.
De 2e controle is ook oké. Rob loopt wat rond op krukken, zit af en toe even lekker in het zonnetje.
De dag na de 2e controle valt Rob. Zijn goede voet schiet weg op de gladde vloer. Hij vangt zich op met zijn slechte been. Foute boel. Hij blijft liggen. Paniek! Hij moet met spoed naar het ziekenhuis.  Geen vervoer! Shit. We bellen een buurman. Hij komt direct. Heeft als medic bij de UN gewerkt. Dat is nog eens handig! Hij vindt het niet verstandig nu nog naar het ziekenhuis te rijden. Het is donker, de weg is slecht en ze gaan toch niets doen. Hij komt de volgende dag terug om Rob naar het ziekenhuis te brengen. Rob overnacht in het restaurant. Een nachtwaker blijft de hele tijd bij hem.

De volgende dag in het ziekenhuis wordt vastgesteld dat de plaat en schroeven in Rob’s been zijn verbogen. Dat hadden wij ook al bedacht. De wond wordt verzorgd, en nieuw gips wordt aangebracht. Dit gips omsluit bijna zijn hele been. Hoe moet nu zijn wond verzorgd worden??
De volgende dag vindt druk overleg plaats. Het komt erop neer dat dit ziekenhuis niets voor hem kan doen. Het materiaal dat gebruikt is is anders dan het materiaal waar zij mee werken. Er zit niets anders op dan terug naar Blantyre. Willen we dat? Weer zo’n lange belastende rit? Weer naar die waardeloze verpleegkundigen? En hebben ze in 1e instantie dan wel zo’n goed werk geleverd?
Rob hoeft niet te blijven in het ziekenhuis. Maar we hebben nog wel graag dat ze daar de wondverzorging doen. Ik zie het niet zitten om dat te doen nu er ander gips omheen zit. Na uren komt een “arts” de wond verzorgen. Voor we het weten verwijdert hij alle korsten. En gezond weefsel en, zoals later blijkt, de getransplanteerde huid.
De volgende dag komt bericht van het ziekenhuis in Blantyre. Rob kan komen, maar moet wel een code of conduct ondertekenen. Bij overtreding moet hij het ziekenhuis meteen verlaten. En ik mag sowieso niet in het ziekenhuis verblijven. Wat een waanzin!
Diezelfde avond krijgt Rob malaria. Kan er ook nog wel bij. Gelukkig is medicatie snel geregeld en is hij er na een paar dagen weer van af.

Het hoofd van de orthopedische afdeling in Blantyre belt naar Rob. Hij adviseert om naar Nederland te gaan, Beit.Cure kan hem eigenlijk niet bieden wat hij nodig heeft. Dat advies hadden we niet echt meer nodig, want alles verandert als ik maandag 9 augustus zijn wond verzorg. En dan zie wat de “arts” heeft aangericht. Ik kijk zo op een schroef! Ik ga bijna van mijn stokje. En dan weten we het zeker. We gaan zo snel mogelijk naar Nederland.
Wat nog niet eenvoudig is. Rob heeft natuurlijk hulp nodig om in en uit vliegtuigen te komen. We hebben toestemming nodig van de luchtvaartmedici om überhaupt te mogen vliegen. We boeken businessclass. Niet dat we ons dat kunnen veroorloven. Maar dat kan ons nu niets schelen. We hopen dat Rob in ieder geval wat comfortabeler kan zitten en zijn been kan strekken. Gelukkig komt de medische toestemming. Vervolgens ben ik nog 2 dagen bezig om de medische assistentie op de vliegvelden te regelen. En moeten we natuurlijk weer een covid-test ondergaan. Die voor beiden negatief is. Het is bijzonder stressvol, ook omdat we de lodge zo goed mogelijk achter willen laten.

Waarvan de eigenaars een nogal wonderlijke reactie hebben op ons aangekondigde, snelle vertrek. Of we een plan voor de auto hebben, aangezien het er op lijkt dat we hen achterlaten zonder vervoer. We reageren hier maar niet op. Vermoeden dat ze de situatie zwaar onderschatten. We hebben maar 1 plan, en dat is zo snel mogelijk naar Nederland zodat Rob goede gezondheidszorg krijgt.

We zijn sowieso niet zo gecharmeerd van de opstelling van de eigenaars in de afgelopen periode. De lodge ging dicht toen wij naar Blantyre gingen. Na enkele weken werd ik onder druk gezet om terug te gaan zodat de lodge weer open kon. En om de salarissen uit te betalen. Ik ga Rob echt niet alleen laten om salarissen uit te gaan betalen. Wat de lokale manager prima kan. Ondertussen accepteren we wel een paar reserveringen. Tot ongenoegen van de eigenaars, want dat kan niet zonder ons. Tja, het is het een of het ander. Geld of geen geld. Op afstand proberen we de lokale manager zoveel mogelijk te helpen. Het gaat allemaal goed. Oké, misschien worden wat details gemist. Nu even jammer dan, de gasten hebben dat vaak niet eens in de gaten. En wij hebben andere zorgen. Die blijkbaar dus niet gedeeld worden door de eigenaars. In ieder geval tonen ze bijzonder weinig belangstelling voor de toestand van Rob. Wel staan ze er op hun inkomen van juli te incasseren. Wat er helemaal niet is maar dat kun je niet weten als je nergens naar informeert. We wringen ons in allerlei bochten om het voor elkaar te krijgen. Het lukt, maar er is nu helemaal geen geld meer. Wat niet meer ons probleem is maar dat wisten we op dat moment nog niet.

De vluchten gaan goed. Alles op tijd, overal is assistentie en natuurlijk kunnen we heerlijk in de business lounge verblijven. Ik kan er best aan wennen, businessclass vliegen. Niet dat dat nodig is, want voorlopig gaan wij nergens heen.

Op zaterdag 14 augustus landen we op Schiphol. Onze lieve vrienden Nelly en Walter hebben al van alles geregeld in Nederland, waardoor we meteen terecht kunnen in het UMC. Waar direct röntgenfoto’s worden gemaakt. Helaas kunnen ze Rob niet opnemen en moeten we dinsdag terugkomen. Ik dacht dat ik eindelijk na ruim 2 maanden van mijn 24-uurs zorg af zou zijn, maar niet dus. De voorzieningen die Nelly en Walter geregeld hebben zorgen gelukkig wel dat het allemaal wat gemakkelijker gaat. En eigenlijk ook wel weer heel fijn om nog samen te zijn na al die ontzettend intensieve weken.

We krijgen een bericht van de eigenaars van de lodge terwijl we nog in het ziekenhuis zijn. Niet om te informeren hoe het gaat. Nee hoor, een verzoek om bij te dragen aan een nieuwe auto, aangezien de verzekering misschien maar 1/3 uitbetaalt. En ze nu ook nog, ocharm, zonder inkomen zitten. Moeten we medelijden met hen hebben? Zij, die een huis in Frankrijk, Griekenland en een kasteel in Malawi hebben? Zij die een heel comfortabel leven kunnen hebben?

In tegenstelling tot ons.

Op dinsdag 17 augustus vond een uitgebreid gesprek plaats met diverse specialisten. Het is een complexe situatie. Hoe ver is de infectie gevorderd? Hoe is het met het zachte weefsel? Hoe liggen de aderen ervoor? Kan het been behouden blijven? Hoe gaat het met de heup op de langere termijn?

Veel vragen. Het blijft spannend en onzeker. Vast staat dat ons leven in een paar seconden totaal veranderd is. Vast staat dat het een heel langdurig proces gaat worden.
Reizen zit er voorlopig niet in. Verdrietig genoeg. Althans, reizen in het buitenland. Er wacht ons een nieuwe reis van onzekerheid, door het land van de gezondheidszorg (gelukkig in Nederland), met ziekenhuisopnames en wonderlijke diagnoses.
 

Foto’s

22 Reacties

  1. Heleen vlaar:
    6 september 2021
    Wat een vreselijk verhaal, wat zullen jullie blij zijn om hier te zijn, en nu afwachten hoe dit afloopt, tjongejonge vreselijk echt traumatisch!!!!!!!
  2. Linda:
    6 september 2021
    Jeetje jongens! Wat verschrikkelijk allemaal. Maar wat fijn dat jullie hier zijn. Ik hoop dat het goed komt met je been Rob! Sterkte beiden. XL
  3. Lianne Simons:
    6 september 2021
    Jeetje Rob en Irene, wat een bizar verhaal van die ziekenhuizen in Malawi. En van de eigenaren, niet te begrijpen. Fijn dat jullie na vele omzwervingen toch in Nederland zijn en Rob hopelijk de beste zorg gaat krijgen en dat de uitkomst van alle onderzoeken, behandelingen toch nog gaat meevallen. Heel veel sterkte voor jullie allebei!! We duimen voor jullie!! Groeten Lianne en Jeroen
  4. Rineke:
    6 september 2021
    Oef… daar word ik heel stil van. Heel veel sterkte. Ik hoop echt dat het goed komt nu jullie omringd zijn door deskundigen.
  5. Anneke:
    6 september 2021
    Schokkend en heel erg! Hoop op een zo goed mogelijk herstel voor jullie beiden. Liefs Anneke & Jan
  6. Annette:
    6 september 2021
    Jemig Rob en Irene, wat een ontzettend naar verhaal. Het is goed dat jullie terug zijn en Rb behandeld wordt. Het geeft jullie ook de gelegenheid om bij te komen van dit ‘avontuur’. Heel veel sterkte.
  7. Hans Galesloot:
    6 september 2021
    Jeetje Irene en Rob, ik schrik van van zo'n dom moedwillig auto-ongeluk met zulke verregaande konsekwenties voor jullie en met name voor Rob, dat was toch al eens eerder gebeurd met jullie dat een tegenligger niet wilde stoppen en jullie auto gewoon omver reed. Nou, ik hoop dat Rob in NL de juiste zorg krijgt en dat hij revalideert en herstelt, en met hartelijke groet Hans Galesloot.
  8. Fernande:
    6 september 2021
    Lieve Irene en Rob, met open mond zit ik je uitgbereid verhaal te lezen, wat n vreselijke toestanden. Ik hoop dat je snel weet waar jullie aan toe zijn wb je kansen met operatie. Ik leef met jullie mee. Je beschrijvingen Irene van deze traumatische ervaring zie ik al zo voor me wb de 'medische' zorg. Beter dat je nu in NL bent. Heel veel beterschap en liefs!
  9. Karin de Keizer:
    6 september 2021
    Wat afschuwelijk voor jullie lieve mensen! Heel veel moed en sterkte jullie allebei. Hartelijkste groeten, Karin
  10. Linda Schiff:
    6 september 2021
    Jeetje wat een ellende allemaal. Gelukkig nu in Nederland en hopelijk komt alles goed met je been. En dan zeg je nog van de week "t kon slechter ". Sterkte
  11. Piet Kars:
    6 september 2021
    Irene en Rob, wat een nachtmerrie. Dat dit, medisch gezien, nog voorkomt. Nu begrijp ik waarom grote bedrijven aparte verzekeringen afsluiten voor personeel in het buitenland. Heel veel sterkte en duimen voor een goede (medische) afloop.
  12. Gudule:
    6 september 2021
    Goh, waar jullie allemaal niet doorheen zijn gegaan …. een en al ellende … wat vreselijk! Gelukkig zijn jullie nu in Nederland en komt alles hopelijk weer op z’n pootjes terecht. Heel veel sterkte toegewenst !
  13. Harald Been:
    6 september 2021
    Wat ben je toch kwetsbaar in een omgeving die niet functioneert….
    Dit is een script van een horrorfilm. Wat een stres.
    Ik hoop op een spoedig herstel van jullie beide.
  14. Nicole:
    7 september 2021
    Ook ik heb jullie verhaal met de hand voor de mond gelezen....wat een toestand!! Nu focussen op het herstel van Rob, STERKTE voor jullie!!
    Compliment voor jou Irene, echt TOP wat je allemaal regelt en doet
  15. Lien Verwer:
    7 september 2021
    Rob en Irene wat een afschuwelijke gebeurtenis voor jullie. Ik wens jullie een goed herstel. Veel geduld zal er wel nodig zijn.
  16. Corine Lach de Bère:
    9 september 2021
    In 1 woord: verschrikkelijk! Wat moeten jullie je vaak eenzaam en doodongelukkig hebben gevoeld. Wat een bizarre "gezondheidszorg" daar in Malawi en wat zullen jullie blij zijn dat jullie in Nederland zijn. Rob heeft een lange weg te gaan maar het komt vast allemaal goed. Heel veel sterkte allebei, rust en genees goed Rob. Ook voor jou Irene rust maar goed uit na wat je allemaal hebt gedaan/geregeld en gezorgd. Lieve groetjes Corine.
  17. Noortje Peters-Weideman:
    9 september 2021
    Jeetje jongens, wat een horrorverhaal!!Het is nog een wonder dat jullie het allemaal hebben overleefd!Verschrikkelijk.Wens jullie beiden heel veel sterkte en hopelijk komt het met Rob uiteindelijk allemaal goed.Gelukkig dat jullie nu Nederland zijn.
  18. Micky de Beurs-Wijngaarden:
    10 september 2021
    Lieve Rob en Irene. Wat een vreselijk verhaal. Ik hoop dat het allemaal goed komt hier in Nederland. Heel veel sterkte allebei. Liefs Micky
  19. Laurens en Jeanette:
    11 september 2021
    Tjesus wat een drama Irene en Rob heel veel sterkte en ik hoop dat Rob weer de oude wordt
  20. Angèle Lok:
    16 september 2021
    Heb met verbijstering dit horrorverhaal gelezen, wat afschuwelijk om hierin te belanden.
    Sterkte met alles en ook dat het helemaal goed gaat komen met Rob.
    Wat 'n geluk dat jullie toch weer naar Nederland konden komen.
    Liefs, Angèle
  21. Jan Klerkx:
    20 september 2021
    Beste Rob, en Irene,
    Wat een verschrikkelijk verhaal! Ik wens jullie heel veel sterkte en beterschap. Gelukkig ben je nu in handen van echte specialisten en artsen en hopelijk een voorspoediger herstel en revalidatie. Succes👍
  22. Rob Penning:
    19 oktober 2021
    Wat een horror! Hoop dat het herstel hier in Nederland inmiddels vordert. Heel veel sterkte allebei.