Deel 2 Soms spoelen er lichaamsdelen aan

19 januari 2020 - Pangani, Tanzania

Niet alleen kokosnoten komen hier met enige regelmaat naar beneden gevallen. Ook gekko’s liggen af en toe bijna in ons bord. Met een doodsmak proberen ze te ontsnappen aan kleine gifgroene slangen. Die overleven ze wel, de val uit het metershoge dak niet. Voor ons is de slang ongevaarlijk. Misschien dat-ie alleen maar bijt.
Elke ochtend wordt het strand opgeruimd. Het is verontrustend hoeveel plastic we iedere dag van het strand halen.  Volgens de eigenaren zijn er ook wel eens lichaamsdelen aangespoeld. Oppassen geblazen dus als er een boot bij Zanzibar gezonken is.

Het overlijden van de askari een paar weken geleden had een behoorlijke impact. Niet alleen vanwege het verlies van een collega en vriend, maar het stelt je ook voor een praktische vraag. Hoe krijg je een lijk vervoerd naar Arusha, wat een volle dag reizen is? Hier zijn geen begrafenisondernemers met gekoelde lijkwagens. Dus dat vraagt de staf aan ons: hoe krijgen we Joseph thuis? Uh ja, gewoon, namelijk met wat formaldehyde, het lichaam in een lijkenzak, wat dekens en tot slot wat matrassen eromheen (want een kist was volgens hen niet nodig) en dan maar hopen dat het goed gaat.  Ja, dit zijn zo van die dagelijkse beslommeringen voor lodge managers.
Uiteindelijk hebben ze ergens halverwege toch maar een eenvoudige kist gekocht.
Later krijg ik tot in detail te horen hoe de reis is verlopen. Een staflid die beperkt Engels spreekt legt het mij uit. Maar wat is een lijk in het Engels? Ik begrijp hem verkeerd, en hij mij, en vertel dat morgue de plaats is waar lijken worden bewaard (opgeslagen? Hoe zeg je dat eigenlijk?). Vervolgens vertelt hij een heel verhaal hoe ze met de morgue rondgesjouwd hebben. Het duurt even voordat ik het door heb. Afijn, alles is goed gekomen. Behalve zijn Engels.

Hoe ingrijpend de dood ook is, het is verbazingwekkend hoe snel het dagelijkse leven ingrijpt.
Met datzelfde staflid ben ik een dag op stap geweest om boodschappen te gaan doen. Jawel, in de truck! Ik had meer last van hem dan van de auto. Eigenlijk vond ik zijn gedrag heel onaangenaam. Hij doet de gordel bij mij om, raakt me voortdurend aan (wat niet heel moeilijk is aangezien we met z’n 3-en opgepropt voorin zitten), en maakt hele rare opmerkingen. Noemt mij mama, wil mijn melk drinken?!
Ik vertel het later aan Rob, die daar nogal fel op reageert. Ik, met mijn softe inslag, ben nog geneigd het aan cultuur te wijten.
We spreken het staflid er de volgende dag op aan. Met behulp van iemand die vertaalt, om alle misverstanden te voorkomen.
En dan wordt pijnlijk duidelijk hoe onze culturen kunnen botsen. Hoe die volledig tegengesteld aan elkaar kunnen zijn. Ik had hem bijna aangeklaagd voor ongewenste intimiteiten terwijl hij op die manier zijn respect betoont. Met alle respect voor zijn cultuur, het is hem duidelijk dat ik er niet van gediend ben.

Een paar dagen later moeten we weer met hem op stap. We hebben een hele discussie over één van onze favoriete onderwerpen, religie. Gedurende ongeveer de hele autorit krijgen we een betoog over religie te horen. Gelukkig in Swahili, dus het meeste gaat aan ons voorbij. Hij beweert dat ergens in de bijbel staat, maar waar?, dat vrouwen 24000 woorden per dag mogen gebruiken en mannen 6000. En waarom is dat? Wel, als ze eenmaal thuis zijn gaan vrouwen over van alles zeuren: geld voor kleren, geld voor de kapper, schoolgeld. Nee, ze mogen geen eigen geld hebben. Want dat houden ze voor zichzelf en blijven over dezelfde dingen zeuren. Goeiedag! Hier in Afrika word je vanzelf en bijna verplicht feministe! Staat er ook niet ergens in de bijbel dat iedereen gelijk is?
Hij had zeker te weten meer dan 6000 woorden nodig om dit allemaal uit te leggen.

Het weer blijft een probleem. Rond deze tijd is het de kleine regentijd, maar volgens de lokale mensen is de regenval extreem en hoort het meer bij de grote regentijd in april.

De paar gasten die we krijgen maken zich altijd zorgen over de weg. En terecht. Gelukkig hebben we een boot tot de beschikking waarmee we mensen op een plek niet ver van het vliegveld vandaan af kunnen zetten. Ik ben trouwens één keer op dit vliegveld geweest. De landingsbaan, tevens startbaan, is een strook gras. Een masai bewaakt de boel en loopt ondertussen met een boekje rond om je in te checken. Er staat welgeteld één grote boom waaronder je op een stukje hout of steen kunt wachten.  Echt heel komisch.
Na regenval kan het zomaar gebeuren dat je als verkeersleider op moet treden. Onlangs kwam een piloot aan Rob vragen of de baan droog genoeg was om op te taxiën.

Op een goede zondagmiddag moet Rob inderdaad mensen met de boot wegbrengen. Het giet als ze vertrekken. Hij is nog niet terug of we worden gebeld. Eén van de askaries komt terug van de begrafenis van Joseph. Hij kan geen kant op vanwege alle overstroomde bruggen en wegen. Rob gaat weer op pad met de boot. Het is al einde middag. Het duurt een eeuwigheid voordat hij terug komt. Uiteindelijk blijkt dat hij problemen met de boot had. Een zekering was doorgebrand. Rond 10 uur ’s avonds is hij eindelijk weer op de lodge. Zeiknat. En ja, dat gaat niet goed. 2 wondjes raken ontstoken door al die nattigheid. Gelukkig is er een Duitse arts te gast in de dagen die volgen. Zij behandelt ons beiden. We lopen rond met knalrood verband en overal pleisters. Omdat ik een ontstekingen aan mijn tenen heb draag ik 1 sok.
Jut en Jul.

Alle goede zorgen ten spijt verbetert het niet. Rob ontwikkelt een gekleurd en opgezwollen onderbeen. Geen goed teken. Op naar de privé-kliniek in Pangani, bijna 1,5 uur rijden. Daar worden we alletwee hardhandig aangepakt. Geen gezeik, flink schoonmaken die handel. Om de dag moeten we terugkomen. Na 1,5 week maken we voldoende vorderingen om met de controlebezoeken te stoppen. Na ongeveer 5 à 6 weken zijn we hersteld. Al die tijd kunnen we geen boottochtjes maken, over het strand wandelen of een duik in het zwembad nemen. Wat overigens niet echt verkoelend is. Ik houd niet van koud water maar het is alsof je in soep zwemt! Temperaturen van 32◦ zijn niet ongewoon.

Nog niet hersteld van alle ontstekingen of Rob krijgt weer een malaria aanval. Gelukkig hebben we testmateriaal en medicijnen bij de hand. En onze ervaringsdeskundigheid helpt een handje mee. Na een paar dagen is Rob weer oké.
We gaan hard door de malariatesten heen. Bij elk pijntje moeten we testen. Angst voor malaria regeert. En als er geen malaria wordt vastgesteld doet een paar pijnstillers wonderen. Waar wij helemaal geen voorstanders van zijn maar Tanzanianen zweren daarbij. Volgens mij zouden placebo’s hetzelfde effect hebben.

In het bar-/restaurant gedeelte ligt een mooie houten vloer. Op een ochtend is de vloer veranderd in een zandbak. De askaries hebben geschuild voor de regen. O-ver-al ligt zand: op de tafels, de banken en de stoelen. Ik verbied het dag-personeel om te vegen. Wat erg moeilijk is want vegen is hun lust en leven. Na hun “nachtrust” vraag ik de askaries naar de bar te komen. Eigenlijk weten ze al meteen wat er aan de hand is.  En ze snappen dat het niet oké is hoe ze de boel hebben achter gelaten. Dus ik geef ze opdracht om te vegen. Wat ze met het nodige commentaar gaan doen. Al zwaaiend met de bezem kijken ze mij verontwaardigd aan: “me.. girl” zegt er een. Met heel veel moeite kan ik mijn lach inhouden. Uiteindelijk wordt het een hele komische vertoning, want natuurlijk gaan we de discussie aan over mannen en vrouwen. Een discussie die nog komischer wordt omdat zij alleen Masai en Swahili spreken, en wij alleen maar Engels. Alhoewel hun bedoeling heel duidelijk is, gezien de uitdrukking op de gezichten. Het mondt uit in Engelse les. Waarbij ze mij Masai proberen te leren. Als je denkt dat Chinees moeilijk is…..
Na afloop van het veegfestijn bedanken ze mij. Verbaasd vraag ik aan een van de stafleden waarom ze dat doen. Omdat je een goede manager bent, want je hebt niet tegen hen geschreeuwd. Nou ja! Van wie zegt dat eigenlijk iets?

We komen eindelijk in wat rustiger vaarwater. Een beetje tè rustig.  Soms gaan er weken voorbij zonder gasten. We worden niet geacht ons met de community te bemoeien. Volgens de eigenaren zijn de lokale mensen alleen maar op geld uit. Dat we ook iets anders voor de community kunnen betekenen komt blijkbaar niet in hen op. Onze buurman maakt houtskool. Volstrekt illegaal natuurlijk. Waar we ons in Malawi met hart en ziel ingezet hebben voor bescherming van de natuur, moeten we hier lijdzaam toezien.
We hebben 25 medewerkers op de lodge. De meesten komen van ver. Zodra het rustig is (de hele tijd dus eigenlijk, behalve met kerst en oud en nieuw), gaat er een aantal naar huis. Wat het trainen van staf ingewikkeld maakt want er ontbreekt altijd wel iemand. En elkaar informeren, of ergens op aanspreken, gebeurt niet. Oh nee, als de manager het niet rechtstreeks vertelt of opdraagt dan telt het niet.

In een paar jaar tijd ben ik van mama naar Bibi gepromoveerd.
Grootmoeder.
Beter dan de naam die ze Rob geven. Mzee.
Oude man.
Allemaal uit respect. Ik ga er geen discussie meer over aan. En per slot van rekening zijn wij op een leeftijd die hier de gemiddelde levensverwachting is. In hun ogen zijn wij stokoud. Dus als ik van de bar naar de poort loop, zo’n 300 meter misschien, wordt gevraagd of ik niet te moe ben om terug te lopen.
Of erger: ik ben te oud om een potje volleybal te spelen. Wat overigens niet meevalt met een leren voetbal. Het is me een paar blauwe polsen waard om te laten zien dat Bibi echt nog wel een balletje kan slaan.

2 x per week wordt ons appartement schoon gemaakt. Er is altijd iemand die voor ons kookt. En iemand die de tafel dekt. Onze was wordt gedaan en keurig binnenstebuiten geknoopt en gestreken weer in ons appartement gelegd.
Wij zijn de “big one”. Een medewerker legt uit dat als we zelfs aan alle dorpelingen vragen om ieder 10 vissen te brengen, dat ook zal gebeuren. Daar kunnen we flink mee verdienen volgens hem. Nou zie ik het niet zo zitten om lokale mensen hun inkomen te ontnemen, maar het biedt perspectief. En hoe ver gaat die autoriteit dan eigenlijk? Stel dat ik vraag om NU al het zand van het strand te verwijderen? Dan schijnt het toch wel geweigerd te mogen worden.
Jammer.

Gesprekken met staf (en gasten, maar ja, die zijn er bijna niet) vind ik nog steeds één van de leukste aspecten van ons werk. Blijkbaar, althans volgens mijn Swahili leerboek, kun je geen directe vragen stellen. Als je weet dat iemands vrouw ziek is, vraag je hoe het thuis is. Niet hoe het met haar gaat. Wat ik nog wel eens vergeet met mijn Hollandse directheid. Af en toe beginnen ze keihard te lachen en lopen dan weg. Ach. Fijn dat ik in ieder geval voor een stukje amusement kan zorgen. Want, eerlijk gezegd, het is hier saai. Nu bestudeer ik het gedrag van krabben, in plaats van nijlpaarden. Met duizenden kruipen ze hier over het strand. Best grappig, maar niet echt spectaculair. Ze schijnen heel lekker te zijn … alleen … voor een maaltijd heb je dan wel minimaal een 50-tal krabben nodig … per persoon. 

Al deze heerlijke krabben ten spijt…we hebben gasten nodig!

Foto’s

11 Reacties

  1. Dorothe:
    19 januari 2020
    Weer mooi geschreven ! En gelukkig ook weer opgeknapt. Hopelijk wordt het in het seizoen beter !
    Liefs uit holland
  2. Anneke:
    19 januari 2020
    Dank voor jullie wederom mooie en indrukwekkende verslag! Ik wens jullie vooral een goede gezondheid en een succesvol jaar toe!
  3. Corine Lach de Bère:
    19 januari 2020
    Pas goed op elkaar!! en ja Oude man en Grootmoeder, we worden allemaal een dagje ouder. Hopelijk wordt het gauw wat drukker voor jullie.
    Het blijven spannende verhalen hoor wat jullie allemaal meemaken...
  4. Koos Mekel:
    19 januari 2020
    Heerlijk verslag van jullie avonturen en wetenswaardigheden..ik vind jullie heel dapper.groeten Koos
  5. Gudule:
    19 januari 2020
    Wat een verhaal toch weer! Leuk geschreven met enkele minder leuke belevenissen er in! Ik heb toch zo’n bewondering voor jullie ... ik zou het niet vol kunnen houden. Hopelijk loopt het nog eens storm met de gasten ... dan kun je ook HEN amuseren, Irene! In de tussentijd ... blijf gezond!
  6. Fernande:
    19 januari 2020
    Dank voor t delen van jullie belevenissen. Een heel voorspoedig, exciting en gezond 2020! Ik lees met plezier, je schrijft zo goed Irene. Voor ons uiteraard bekende taferelen, jullie houden t wel spannend! Kijk uit naar jullie volgende avonturen! T ga jullie goed, liefs uit Nairobi
  7. Ger Knuvers:
    19 januari 2020
    Het is weer een verhaal dat ik, met mijn levendig voorstellingsvermogen, helemaal kan volgen. Ik maak jullie belevenissen zowat zelf mee. Ik hoop dat er wel meer bezoekers komen bij jullie. Is natuurlijk wel prettiger voor jullie en het personeel. Irine en Rope, maak er een mooie tijd van en probeer zo goed mogelijk op jullie gezondheid te letten. Groetjes, Ger
  8. Linda:
    20 januari 2020
    Dank weer voor de update. Gelukkig weer gezond en zonder ontstekingen. Nu de gasten nog, hoop dat het aantrekt in het seizoen! Take care, Linda
  9. Janneke:
    20 januari 2020
    man, man, man,.... wat maken jullie veel (en weinig - gasten) mee! In een soap zou je denken, dat het onrealistisch is, maar in de echte Afrikaanse wereld kan alles lijkt het wel. Als er maar een vleugje tegenslag in zit, een snufje ongemak, wat achterdocht, etc. gelukkig is het geheel steeds weer overgoten met een ruim incasseringsvermogen en humor uit de lage landen.
    Toi, toi, toi!
    XJ
  10. Cor Dirkx:
    20 januari 2020
    Jullie moeten toch wel een sterk lijf hebben!!! En wat moet je er veel voor doen, om bij ongewenste aandoeningen toch weer te herstellen. Gezond blijven, hoor! Ik denk aan jullie! Groetjes. "Buurvrouw Cor"
  11. Henriëtte van Rooij:
    20 januari 2020
    Bedankt voor je grappig vertelde verhaal. Jullie hebben veel doorzettingsvermogen om daar de boel draaiende te houden! Met jouw creatieve mannier van schrijven zou je best eens kunnen "p erren" bij reistijdschriften, kranten, het nieuwsblaadje van WOC, Afrika reisorganisaties en meer misschien om jezelf meer bekend te maken? Hoe breder je jezelf onder de aandacht brengt hoe eerder je misschien extra gasten mag verwelkomen. Of krijg je extra tips om datzelfde mee voor elkaar te krijgen. Je weet maar nooit. Ik ga ook nog eens extra nadenken hierover. Tenminste als je dat zou willen natuurlijk. Maar je hebt mij enthousiast gemaakt door je belevenissen te delen. Vandaar! 🤗😉